Binnenland

„Vraag is welke krant als laatste verdwijnt”

GRONINGEN - De consument wil bij nieuwe media zelf bepalen wat hij leest. De oude media zijn in verwarring. „Ik ben verzot op kranten. Maar ze gaan wel verdwijnen.”

Riekelt Pasterkamp
23 March 2007 09:28Gewijzigd op 14 November 2020 04:37
BLANKEN ...zwarte vingers... Foto RD
BLANKEN ...zwarte vingers... Foto RD

Henk Blanken (1959) werkte eerder als journalist bij Het Vrije Volk en de Volkskrant. Nu is hij adjunct-hoofdredacteur bij Dagblad van het Noorden in Groningen.Samen met dr. Mark Deuze (1969), hoogleraar aan de opleiding journalistiek en nieuwe media van de Universiteit Leiden, schreef hij het deze maand verschenen boek ”PopUp. De botsing tussen oude en nieuwe media” (uitg. Atlas, Amsterdam, € 19,90). In feite kwam het boek tot stand door middel van essays, discussies en opmerkingen van anderen op het weblog van Blanken.

Het duo schetst in PopUp -verwijzend naar de vaak hinderlijke advertenties op internet die ongevraagd op het scherm floepen- een somber beeld over het product dat de lezer nu in handen heeft. Oplagedaling en abonneevergrijzing doen dagbladen de das om. „Het is niet de vraag of kranten verdwijnen, maar welke kranten als laatste verdwijnen.”

Daar gaat uw vak, uw baan, misschien wel uw leven.
Blanken: „Ik ben verzot op kranten. Ik houd van de geur, ik houd van zwarte vingers. Al dertig jaar zit ik in het vak. Maar de krant zoals wij die nu maken, bestaat over tien, twintig jaar niet meer. Nederland telde ooit 49 krantentitels. Daar zijn er nu nog 26 van over. We zijn al de helft van ons publiek kwijt. Wat ik echter niet accepteer, is dat de journalistiek er niet meer zal zijn.”

Toch maakt u vandaag nog een Dagblad van het Noorden.
„Zeker. Maar de krant, in één vorm, zes dagen per week op een vast tijdstip op de deurmat; dat kan eigenlijk niet meer. Nieuws haalt de papieren krant in. We moeten de koers verleggen en verhalen vertellen die wel boeien. Achtergrondstukken die uitleggen wat er in de wereld gebeurt, opinie die prikkelt. De krant moet een betrokken positie innemen, niet zo afstandelijk blijven.”

En het tij keren met tabloidformaat, filmpjes en weblogs op de internetsite?
„Overstappen op tabloid is volgens Alan Rusbridger, hoofdredacteur van de Engelse krant The Guardian, niet meer dan „moving deckchairs on the Titanic” - het verschuiven van dekstoelen op de Titanic. Het lezen van een krant is sociaal gedrag. Dat zou gevormd moeten worden. Maar het sociale cement van zuil, staat, school, huwelijk en gezin verbrokkelt. Het is ieder voor zich. Wie op z’n 25e nog geen navelpiercing heeft, neemt ’m ook niet meer. Wie dan nog geen sushi at, zal dat ook niet meer doen. Wie op z’n 25e niet betaalt voor nieuws, doet dat later nooit meer. Kranten zitten in een enorme spagaat. De bestaande hondstrouwe, oudere abonnee die -let op het woord- lid is van een krant, wil alles bij het oude houden. De nieuwe abonnee komt niet omdat de krant juist niet verandert.”

Intussen neemt internet de macht over.
„We -en dan met name jongeren- klikken, chatten, mailen en bloggen dat het een aard heeft. Het is van de gekke dat de journalistiek niet op het idee is gekomen om zoekmachines te bedenken. Ik ook niet. Terwijl we dat wel hadden moeten doen. Wij die nota bene de hele dag met informatie bezig zijn. Nu is de toekomst van de informatie in handen van twee Amerikaanse dertigers met ieder een eigen Boeing.”

Nieuws komt 24 uur per dag door, informatie googelen we bij elkaar.
„Precies. De jongere met MSN en Hyves lijkt niet geïnteresseerd in de wereld om hem heen. Journalistiek heeft hij niet nodig. In de toekomst abonneer je je niet op een krant maar op een stem, op een mening.”

Superindividualisme. Ieder voor zich achter zijn eigen schermpje.
„Ik noem het in ons boek de webnomaden. Mensen die van hot naar her trekken en elkaar vinden op onderwerpen. Tegelijkertijd is het een massamedium van formaat. Iets wat door heel veel mensen wordt gemaakt. Zoals bijvoorbeeld de internetencyclopedie Wikipedia. Er is heel veel kennis aanwezig en door zoekmachines kun je die kennis gebruiken.”

Tegelijkertijd houdt Google ons in de gaten.
„Dat is heel eng. Als je via Gmail iemand feliciteert met zijn verjaardag is het mogelijk een mailtje te ontvangen met cadeau-aanbiedingen. Toch krijgen de Googles en Wikipedia’s het voor elkaar om de massa ongestructureerd te laten samenwerken. Dat is nog nooit eerder in de geschiedenis vertoond. Of dat goed of slecht is, weet ik niet. Als je vertrouwen hebt in de goedheid van de mens kan het briljant uitpakken.”

Geldt uw toekomstbeeld ook voor een krant als het Reformatorisch Dagblad, met een zeer trouwe achterban?
„Het proces gaat langzamer, maar ook voor jullie houdt het op. Ik heb wel het idee dat veel it’ers uit een gereformeerd nest komen. Wat dat betreft zou het nog harder kunnen gaan dan je denkt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer