Minister wil strengere controle gedrag vrijwilligers
DEN HAAG (ANP) – Vrijwilligers die met kinderen werken, moeten mogelijk aantonen dat zij in het verleden geen zedendelicten hebben gepleegd. Minister Hirsch Ballin (Justitie) laat onderzoeken of van hen een bewijs van goed gedrag kan worden gevraagd. Hij vindt afspraken daarover „zeer wenselijk".
Dat zei Hirsch Ballin donderdag tijdens een overleg met de Tweede Kamer. Net als een Kamermeerderheid geeft hij er de voorkeur aan om de zogeheten Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) breder in te zetten dan alleen voor beroepen. De minister waarschuwde wel dat een wettelijke verplichting moeilijk kan zijn. Vrijwilligersorganisaties zijn namelijk vaak particuliere initiatieven, die zich aan het oog van de overheid onttrekken.De minister wil vrijwilligers ook helpen door de belemmeringen die aan een VOG–aanvraag kleven zo veel mogelijk weg te nemen. Aan het verzoek van PvdA–Kamerlid Wolfsen om de verklaring van 30,05 euro gratis te maken voor vrijwilligers, kon hij echter niet zonder meer tegemoetkomen.
Het ministerie van Justitie heeft in januari de regels voor verstrekking van een bewijs van goed gedrag aangescherpt, nadat in de herfst was gebleken dat een docent met een zedenverleden nog voor de klas stond. Hirsch Ballin liet daarop ook alle aanvragen voor een VOG van docenten onderzoeken die zijn binnengekomen sinds april 2004, het moment dat Justitie verantwoordelijk werd voor de verklaringen. Uit de inventarisatie bleek dat negentien maal een VOG is verstrekt aan iemand die is veroordeeld voor een zedendelict.
Enkele Kamerfracties vragen zich af hoe vaak het is misgegaan voor april 2004, toen de gemeenten nog de verklaringen afgaven. Na enig aandringen heeft de minister toegezegd dat hij zal proberen hier een inschatting van te maken, waarschijnlijk aan de hand van een steekproef.
Hirsch Ballin waarschuwde de Tweede Kamer dat een bewijs van goed gedrag geen garantie betekent, maar slechts aangeeft of er zedendelicten uit het verleden bekend zijn. „Het levert niet een soort KEMA–keur op voor veilige situaties". Organisaties die met kinderen werken moeten vooral zelf alert blijven, aldus de minister.
Dat de VOG geen allesomvattend antwoord is op zedendelicten, blijkt uit het feit dat in driekwart van de gevallen de dader uit de familie komt. Bovendien wordt slechts in 5 tot 20 procent van de zaken aangifte gedaan.