Nederland krijgt, net als Duitsland, een tweede officiële brief met een verzoek om informatie. Tegen Denemarken, Finland en Hongarije onderneemt de Commissie al juridische stappen wegens monopolies bij het wedden op sportwedstrijden.Vorig jaar april begon de Commissie een zogeheten inbreukprocedure tegen zeven landen, waaronder Nederland, omdat het gokbeleid in strijd zou zijn met de EU-regels voor het vrije verkeer van diensten. Het ministerie van Justitie liet weten de brief uit Brussel te zullen afwachten. Volgens een woordvoerder vindt het kabinet nog altijd dat het goede argumenten heeft voor het voeren van een restrictief kansspelbeleid.

Het omstreden Nederlandse monopolie geldt voor De Lotto en het staatsbedrijf Holland Casino. De gemeente Maastricht wil dat daar een einde aan komt, zodat het een bedrijf binnen kan halen dat een mix biedt van casino, theater, congrescentrum, hotel en winkels.

Toenmalig minister Donner van Justitie was het niet met de kritiek van Brussel eens. Hij schreef verantwoordelijke eurocommissaris McCreevy (Mededinging) vorig jaar dat „het algemeen belang om kansspelverslaving tegen te gaan, illegaliteit en criminaliteit te bestrijden en consumenten te beschermen” het restrictieve Nederlandse beleid rechtvaardigde. Donner was niet van plan de regels te versoepelen.

McCreevy op zijn beurt was het niet eens met de redenering van Donner. Zo stelde hij dat de noodzaak om opbrengsten voor de staatskas en goede doelen te genereren geen rechtvaardiging is voor het monopolie. Ook doet Nederland onvoldoende om gokverslaving tegen te gaan. McCreevy wees daarbij op het grote reclamebudget van De Lotto.

De Raad van State steunde vorige week het standpunt van het kabinet en gaf een Frans bedrijf geen vergunning om een casino in Nederland te beginnen. De raad erkende dat het monopolie van Holland Casino in principe een beperking vormt van het Europese recht, maar dat er „dwingende redenen van algemeen belang zijn die de beperking kunnen rechtvaardigen.”