Cultuur & boeken

Troost van het hoogste niveau

Titel: ”Al jong naar huis”
Auteur: ds. H. Visser
Uitgeverij: Groen, Heerenveen, 2006
ISBN 90 5829 720 9
Pagina’s: 78
Prijs: € 9,95.

Ds. R. A. Grisnigt
21 March 2007 09:00Gewijzigd op 14 November 2020 04:37

”Al jong naar huis” verscheen als vijfde deeltje in de Artiosreeks. Ds. H. Visser, hervormd emeritus predikant te Barneveld, schreef het „als Bijbelse troost over de zaligheid van jonggestorvenen.” De troost die artikel I.17 van de Dordtse Leerregels biedt voor ouders die jonge kinderen moeten missen, staat centraal. Hier wordt gesteld dat wij, als het over hun zaligheid gaat, moeten oordelen „van de wil van God uit Zijn Woord.” God Zelf geeft aan deze ouders de richting aan die zij gaan mogen. Het getuigenis van de Schrift zegt „dat de kinderen van de gelovigen heilig zijn, niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond waarin zij met hun ouders begrepen zijn.” En dáárom „moeten de Godzalige ouders niet twijfelen aan de verkiezing en zaligheid van hun kinderen, die Hij in hun kindsheid uit dit leven wegneemt.”

Al lezende worden we meegenomen naar woorden van Calvijn in zijn Institutie en Bijbelcommentaren, waarnaar in de noten veelvuldig wordt verwezen, zodat tot verdere studie wordt uitgenodigd. Calvijn blijkt in dezelfde richting te denken als de opstellers van de Dordtse Leerregels. Wanneer hij spreekt over jonge kinderen, noemt hij een leeftijd van onder de zeven jaar.

Uitvoerig wordt ook ingegaan op het formulier voor de kinderdoop. Daarin vinden we dezelfde lijn terug. Aan doopouders wordt immers gevraagd of ze ook belijden dat hun kinderen -hoewel in zonde ontvangen en geboren- „in Christus geheiligd zijn, en daarom als lidmaten van Zijn gemeente, behoren gedoopt te wezen.” Grote nadruk ligt op de rijkdom en de betrouwbaarheid van de beloften die God gegeven heeft. De vinger wordt gelegd bij de doop als zegel op de gegeven beloften. Daarom is de doop een „ontwijfelbaar getuigenis” dat wij een eeuwig verbond der genade met God hebben. Hoeveel vragen het verlies van een kind ook oproept, gelovige ouders behoeven niet te twijfelen of dit kind wel thuisgekomen is.

Wat er mogelijk uit dit kindje had kunnen groeien doet niet ter zake. Het leeft immers niet meer. De Heere nam het al vroeg tot Zich. Daarbij mogen ouders alle krediet hebben op de beloften van zaligheid die God gaf.

Uitvoerig wordt ingegaan op het erfgenaam zijn van de belofte. Ook de vraag wat het betekent in Christus geheiligd te zijn komt aan de orde, evenals de troost die door het geloof wordt genoten. De lezer raakt niet verwikkeld in een dogmatisch vertoog. De auteur biedt een praktische en pastorale handreiking aan ouders die dit kruis te dragen krijgen. Maar niet alleen hun wordt veel geboden, iedereen die in zijn omgeving hiermee te maken krijgt.

Het boekje is verplichte literatuur voor iedere ambtsdrager en voor elk gemeentelid. Vaak slaan goedbedoelde woorden de plank mis en verzwaren het kruis dat gedragen moet worden. Job werd in zijn verdriet door drie vrienden vertroost, maar moest hun eerlijk zeggen: „Ik heb vele dergelijke dingen gehoord; gij allen zijt moeilijke vertroosters.”

Dit boekje wil geen moeilijke, maar rijke troost bieden. Rouw, verdriet en gemis neemt het niet weg, maar het wijst wel de weg naar die genadige God, van Wie wij weten dat Zijn eenmaal gegeven Woord niet leeg tot Hem terugkeert.

Hoewel op slechts een enkele plaats genoemd, blijkt uit heel de toonzetting van deze handreiking dat de schrijver ervaringsdeskundige is. Het boekje wordt afgesloten met enkele getuigenissen van ouders die weten waarover zij spreken.

Ik laat verder na om opmerkingen te maken, omdat ik dit boekje graag in zo veel mogelijk handen zie. Het geeft laag op van mensen, maar hoog op van God. Er wordt troost geboden van het hoogste niveau. Het niveau van Gods eigen Woord.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer