Opinie

Eén vloek

Er wordt flink gevochten op de computerbeurs CeBIT, in het Duitse Hannover. Tijdens de Europese kampioenschappen computerspellen gaat het er heftig aan toe. Teams uit dertig landen nemen het deze week tegen elkaar op. Spellen als Counter Strike en Warcraft 3 zien er op bioscoopformaat nog angstaanjagender uit dan op een gewoon computerscherm. Als de monsterlijke figuren elkaar treffen, dreunt de vloer.

S. M. de Bruijn
20 March 2007 07:58Gewijzigd op 14 November 2020 04:37

Er woedt nog een strijd op CeBIT, en ook die gaat hard tegen hard. Het is de strijd om de opvolger van de dvd. De nieuwe schijven en schermen die op de beurs te zien zijn, bieden een veel hogere beeldkwaliteit. Twee kampen willen allebei de markt veroveren: Blu-Ray en HD-DVD. Vergelijk het met twee bedrijven die ieder een stopcontact uitvinden, het ene met twee en het andere met drie gaten. Verwarrend voor de klant, maar de twee kampen trekken zich daar niets van aan en brengen elk een eigen speler en schrijver voor hun nieuwe schijf op de markt. De belangen zijn groot, het gaat om miljarden.Deze twee ruzies, om de computerspellen en de dvd-opvolger, illustreren hoe snel de ontwikkelingen gaan. In de gereformeerde gezindte komt op dit moment hier en daar wat bezinning op gang rond het kijken van dvd’s. Echter, in werkelijkheid is die discussie al achterhaald. De dvd is al geschiedenis. Er zijn nu nieuwe fronten: die van de internetspellen en internetvideo’s. Dat de omzet van computerspellen vorig jaar voor het eerst groter is geweest dan die van dvd’s, is daar een bewijs van.

Ook christelijke jongeren gamen massaal via internet. En daarbij gaat het in de regel niet om computerschaak. Leven en vechten in een driedimensionale fantasiewereld heeft kennelijk een grote aantrekkingskracht. Snelle computers zorgen ervoor dat zo’n wereld er zeer realistisch uit ziet. De speler raakt als het ware ondergedompeld in zijn speelwereld.

De meeste jongeren zijn ook allang gewend geraakt aan internetvideo. Niet alleen via Hyves en YouTube, maar ook doordat ze elkaar video’s mailen. Meestal gaat het om een korte video die bedoeld is om grappig te zijn: reclame voor bier of iemand die voorover in zijn kruiwagen valt. Het uitwisselen daarvan begint al op de basisschool.

Ik bedoel hiermee niet dat bezinning nu niet meer nodig is. Integendeel. Het hoofd in de schoot leggen zou extra gevaarlijk zijn. De lessen van de dvd-discussie zijn één op één bruikbaar voor de nieuwe fronten.

Gelukkig gebeurt dat ook. Reformatorische scholen beleggen regelmatig ouderavonden en studiedagen over dit thema. Echter, het gevaar is nu groter dan eerst dat de normen worden bijgesteld vanwege de gegroeide praktijk.

Het onderwerp vloeken in films komt op zulke bijeenkomsten regelmatig ter sprake. „Je went eraan”, zegt een meisje, heel eerlijk. Een jongen valt haar bij: „Hoe ga je om met een roman waar een vloek in staat? Dat is toch hetzelfde?” Een bejaarde dominee staat op: „Maar snijdt het dan niet door je ziel als er gevloekt wordt?” Het meisje is opnieuw eerlijk: „U heeft gelijk, het is een schande dat ik eraan gewend ben geraakt.” Groots, zo’n eerlijke reactie, voor een volle zaal.

Een workshopleider probeert wat dieper te boren. Het valt hem op dat bij de discussie over film zo vaak gebiologeerd op die ene vloek gewezen wordt. „Maar zijn we dan niet farizeïsch bezig? Er zijn zoveel andere dingen die niet deugen.”

Terecht. Een euro te weinig in je belastingaangifte, 5 kilometer per uur te hard rijden, een moord in een computerspel of een ijdel woord op MSN zijn evengoed zonde. Een film zonder vloeken is dus niet zonder meer goed.

Toch is het geen muggenzifterij om op die ene vloek te letten. Zou God, met eerbied gezegd, nu water in de wijn doen, waar Hij eeuwen geleden de vloeker die bij Mozes gebracht werd, liet stenigen?

Er is nóg een strijd, die boven de eerder genoemde uitgaat. Satan ziet dat zijn tijd korter wordt. Hij vindt het prima als een christen de grens bij, bijvoorbeeld, vijf vloeken per film legt. Laten we lessen leren van de martelaren, die liever de brandstapel opgingen dan één keer de Naam van God te verloochenen.

De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad. Reageren? gedachtegoed@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer