Kamer wil burger horen over grondwet
BRUSSEL (ANP) – De Tweede Kamer wil in een reeks hoorzittingen de komende maanden de mening van de burger over de Europese grondwet horen. Het gaat om debatten in het noorden, het oosten en het zuiden van het land en een slotdebat in Den Haag.
Dat heeft PvdA–Tweede Kamerlid Waalkens, voorzitter van de Kamercommissie voor Europese Zaken, maandag bekendgemaakt tijdens een bezoek van Kamerleden aan Brussel. Waalkens gaf toe dat de hoorzittingen eigenlijk eerder hadden moeten worden gehouden, omdat het al bijna twee jaar geleden is dat Nederland in een referendum de grondwet afwees.De Kamerleden willen de hoorzittingen gebruiken voor hun standpuntbepaling voor ze met het kabinet praten over de EU–top van 21 juni. Dan beslissen de EU–landen over hoe het verder moet met de grondwet.
Het bureau van het Europees Parlement in Den Haag en het Instituut voor Publiek en Politiek hebben sinds november vorig jaar al een reeks debatten georganiseerd en gaan daar ook nog mee door. Het IPP hield daarnaast een burgerraadpleging.
Volgens Sjerp van der Vaart, directeur Bureau Europees Parlement, is het initiatief van de Kamer „een mooi gebaar, maar vooral te weinig en te laat". Hij vindt dat de Kamer het idee voor een Brede Maatschappelijke Discussie nooit had moeten verlaten.
Maar men had electorale angst voor een nieuwe show van de grondwetstegenstanders van de SP, meent Van der Vaart. „Er is daarna een jaar verlummeld en nu is de race al gelopen: het kabinet heeft zijn mening al gevormd en het idee dat de burger nog iets kan beïnvloeden is een illusie", aldus Van der Vaart.
Ook CDA–Kamerlid Ormel toonde zich kritisch over de hoorzittingen. Volgens hem is het „eindspel" tussen de EU–landen al begonnen. „De trein staat niet stil. We moeten oppassen dat we niet van de laatste wagon af vallen".
Volgens PvdA–Kamerlid Blom zijn er evenwel nog mogelijkheden om „van scratch af aan" te gaan onderhandelen, gebaseerd op het vorige Verdrag, dat van Nice uit 2000. „Dat de Nederlandse bevolking de grondwet heeft afgewezen, is een gegeven. Dat kan de rest van de EU niet leuk vinden, maar dat is mijn probleem niet".
VVD–Kamerlid Ten Broeke stelde dat Nederland zich niet hoeft te verontschuldigen voor het nee bij het referendum. „We moeten hier in Brussel niet met de staart tussen de benen gaan lopen".