Of die constateringen terecht zijn, moet dinsdag blijken uit het rapport dat de Gelderse commissaris van de koningin Cornielje in Den Haag zal presenteren. Het rapport is opgesteld in opdracht van oud–minister Remkes van Binnenlandse Zaken. Onderzoeksbureau Berenschot heeft maanden langer dan de bedoeling was aan het onderzoek gewerkt onder toeziend oog van een onafhankelijke commissie, onder voorzitterschap van oud–burgemeester Havermans van Den Haag.Begin vorig jaar klaagden twee Marokkaanse ex–agenten, die een promotie misliepen, over discriminatie en racisme binnen het regiokorps. Daarna volgde het ene na het andere verhaal. In mei gaf korpsbeheerder Pauline Krikke, tevens burgemeester van Arnhem, opdracht voor een onafhankelijk onderzoek onder leiding van oud–plaatsvervangend hoofdofficier van justitie M. Tragter–Schubert. Ondertussen legde korpschef Jos van Deursen zijn functie neer omdat er een onwerkbare situatie was ontstaan.

De commissie–Tragter vond geen aanwijzingen voor discriminatie of racisme, maar tekende wel veel klachten en beschuldigingen over de „Arnhemse connectie" op. „Hele hofhoudingen verhuisden met een leidinggevende mee", aldus de commissie. Dat zou vooral gespeeld hebben onder de voormalige korpschef Kees Bakker en zijn plaatsvervanger André de Vries.

Deze gepensioneerde politiemensen reageerden woedend, vooral omdat zij niet door de commissie waren gehoord. In een eigen verslag hebben Bakker en De Vries alle beschuldigingen weerlegd. Ze leggen de schuld van wantoestanden vooral bij het hoofd van het Bureau Interne Zaken.

Remkes noemde het onderzoek van Tragter onvolledig en eiste „zorgvuldiger" naspeuringen. Anderen spraken van „broddelwerk". Ook Krikke drong aan op nieuw onderzoek, aangezien haar positie zeer ter discussie was komen te staan. Remkes wilde binnen enkele weken duidelijkheid, maar het nieuwe onderzoek heeft een half jaar geduurd. Een apart onderzoek van de Nationale Ombudsman naar de vermeende discriminatie is nog niet klaar.

Het onderzoeksbureau heeft ruim 130 betrokkenen gehoord. Onverwacht veel reacties kwamen binnen via een ingesteld e–mailadres, dat met bronbescherming kon worden benaderd. Nog onbekend is of er ditmaal ook klachten van buiten het hoofdbureau zijn binnengekomen. De commissie–Tragter stelde vast, dat er in Arnhem een soort verzetsgroep werkte, die via een connectie met de plaatselijke krant zelfs aantoonbaar onjuiste informatie liet lekken. Op de districtsbureaus in de uitgestrekte politieregio wist men volgens de commissie eigenlijk van niets.