Getuige verhaalt over massa-executies in Izbica
In het proces tegen de voormalige president van Joegoslavië, Slobodan Milosevic, heeft een getuige uitgebreid verhaald over de massa-executie van Albanezen in het dorp Izbica in Kosovo.
Op vragen van aanklager Geoffrey Nice vertelde Sadik Xhemajli hoe Servische militairen en politieagenten zeker 127 mannen onder wie ouderen, verstandelijk en lichamelijk gehandicapten neermaaiden. „Ik zag met mijn eigen ogen hoe 39 mensen werden geëxecuteerd. Ouderen en gehandicapten, mensen met wandelstokken”, aldus Xhemajli.
Mannen werden gescheiden van de vrouwen en neergeschoten. Vrouwen en kinderen werden nadat hen alles was afgenomen in een konvooi naar Albani gestuurd. Volgens schattingen die de getuige later vernam, hadden de Serviërs die dag bij Izbica zeker 500.000 mark buitgemaakt. „Een vrouw die niet van de wagen af kon komen werd levend verbrand.”
Ook executeerden de Serviërs Rahim Tahiri terwijl hij in zijn rolstoel zat. Zijn broer die hem duwde overleefde het eveneens niet. Beiden waren boven de zeventig. Lichamen van geëxecuteerden waren zwaar verminkt omdat de Serviërs zware wapens zoals machinegeweren hadden gebruikt, aldus de getuige maandag. Een van de slachtoffers in Izbica was de 76-jarige neef van de getuige. In totaal begroeven Xhemajli en anderen 127 mensen.
Onder de slachtoffers bevonden zich volgens de getuige, die probeerde zoveel mogelijk mensen te identificeren voordat ze werden begraven, zeker acht verstandelijk gehandicapten. Later probeerden de Serviërs de misdaad te verdonkermanen, aldus de getuige. Zij gebruikten een bulldozer of een graafmachine in een poging alle sporen van de graven te verbergen. Ze namen dekens, planken en kruizen en staken die in brand. „Gelukkig kwamen er anderen die het vuur doofden”, zei de Kosovo-Albanees en lokale commandant van het Kosovo-Bevrijdingsleger, UCK.