Afleidingsmanoeuvre
De Verenigde Staten hoeven niet langer achter Osama bin Laden aan. Khalid Sheikh Mohammed heeft immers bekend dat hij hét brein achter de aanslagen van 11 september en een groot aantal andere terreuracties was. Ook zou hij in 2002 persoonlijk de Amerikaanse journalist Daniel Pearl hebben onthoofd.
In een lange monoloog zette de in Koeweit opgegroeide Pakistaan vorige week zaterdag zijn ’heldendaden’ voor een speciaal tribunaal uiteen. Afgelopen woensdag gaf het Pentagon een aangepaste transcriptie van de bekentenis vrij.De uitspraken van Mohammed moeten een flinke klap in het gezicht zijn van andere topfiguren binnen al-Qaida. De in 2003 in Pakistan gearresteerde terrorist stelde hen wel erg in de schaduw door de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor meer dan dertig grote aanslagen van de afgelopen vijftien jaar. Zo zat hij naar eigen zeggen „van A tot Z achter de operaties van 11 september 2001.” Verder bereidde hij tientallen aanvallen voor, die uiteindelijk werden verijdeld.
De Verenigde Staten hebben de verdedigers van andere al-Qaidaleden in elk geval een mooie dienst bewezen met de openbaarmaking van deze bekentenis. Advocaten van enkele terreurverdachten hebben al gezegd dat de uitspraken van Khalid Sheikh Mohammed de aanklacht tegen hun cliënten „in een geheel ander daglicht plaatsen.”
Opmerkelijker is echter de timing van de bekentenis. Mohammed werd in maart 2003 opgepakt. Ruim drie jaar zat hij op een onbekende locatie in een CIA-gevangenis. Hij beweert dat hij in die periode door de CIA is gemarteld. Die vermeende martelingen zijn in elk geval niet bijster effectief geweest, want tijdens zijn geheime detentie liet de Pakistaan niets los.
Na een halfjaar in het gevangenkamp Guantánamo Bay op Cuba te zijn ondervraagd, kwam Khalid Sheikh Mohammed plotseling met zijn uitgebreide bekentenis. In die zes maanden is hij niet gemarteld of op andere manieren onder ongeoorloofde druk gezet, haastte Mohammed zich te verklaren.
De CIA mag dan vier jaar nodig hebben gehad om een bekentenis los te peuteren, die moeite is ruimschoots beloond. In één klap kon de inlichtingendienst de hoofdverantwoordelijke voor alle grote aanslagen van de afgelopen jaren aan de Amerikaanse bevolking presenteren. Plotseling lijkt de wereldwijde strijd tegen het terrorisme weer zin te hebben.
De regering-Bush kon zo’n opsteker ook wel gebruiken. Na hun verkiezingsoverwinning in november vorig jaar zijn de Democraten aan een fors offensief tegen het Witte Huis begonnen. Vooral het Irakbeleid is hun een doorn in het oog. De Democraten eisen een spoedige aftocht uit Irak en hebben zelfs gedreigd de geldkraan voor de oorlog (gedeeltelijk) dicht te draaien.
Daar komt nog bij dat de Amerikaanse minister van Justitie, Gonzalez, momenteel onder vuur ligt omdat hij het Congres onjuist heeft geïnformeerd over het omstreden ontslag van enkele federale aanklagers. Kortom, de hoogste tijd voor Washington om met positief nieuws te komen. In gewoon Nederlands heet dat overigens een afleidingsmanoeuvre.