Buitenland

De verborgen gruwelen van de Japanse Eenheid 731

De Japanse advocaat Keiichiro Ichinose is een geboren optimist. Hij hoopt dat een rechtbank in Tokio maandag zal toegeven wat de Japanse overheid zestig jaar lang heeft ontkend: de verantwoordelijkheid voor de gruwelijke wreedheden die de beruchte Eenheid 731 tussen 1937 en 1945 beging in noordoostelijk China.

Van onze correspondent
26 August 2002 11:00Gewijzigd op 13 November 2020 23:46

Ichinose is de hoofdadvocaat die een groep van 180 Chinese slachtoffers van Eenheid 731 vertegenwoordigt. Sinds 1997 eisen zij schadevergoeding voor de ziektes die de eenheid bewust verspreidde in China en die vele duizenden Chinezen het leven kostten.

De slachtoffers willen dat de Japanse overheid haar verantwoordelijkheid neemt en compensatie betaalt. Ichinose is ervan overtuigd dat de drie rechters zullen toegeven dat de Japanse overheid biologische experimenten uitvoerde in China.

Maar compensatie ligt waarschijnlijk niet in het verschiet. Japanse gerechtshoven dwingen de Japanse overheid niet graag tot betalen. Afgelopen april gelastte een gerechtshof in het zuidelijke Fukuoka het bedrijf Mitsui Mining 165 miljoen yen (1,4 miljoen euro) te betalen aan vijftien Chinese mannen. Zij waren tijdens de Tweede Wereldoorlog gedwongen te werken in mijnen van het bedrijf. Deze beslissing was een grote uitzondering en vond enkel plaats omdat de overheid zich afzijdig kon houden.

Ichinose vertegenwoordigt de 180 slachtoffers volledig op eigen kosten. Zelfs als zij winnen, wordt de advocaat er financieel niet beter van. Volgens een recent interview met het Japanse dagblad Asahi Shimbun is hij gemotiveerd door woede op de Japanse overheid. „Ik ben razend op de Japanse overheid omdat zij niet toegeeft dat zij dorpen vernietigde met bacteriën en weigert vergoedingen te betalen aan de slachtoffers. De houding van de overheid toont een gebrek aan berouw.”

Berouw is zeker op zijn plaats voor de Japanse overheid. Eenheid 731 maakte het leven voor vele duizenden krijgsgevangenen tot een verschrikking. Volgens sommige schattingen werden er niet minder dan 3000 als proefkonijnen omgebracht. Niemand kwam levend uit de klauwen van 731. Zelfs de tolk, notabene Japansgezind, werd gedood om hem het zwijgen op te leggen.

De eenheid stond onder leiding van de Japanse geleerde Shiro Ishii, die in wreedheid nazi-arts Josef Mengele vele malen overtrof. Terwijl vele nazi-beulen om hun wreedheden met de dood werden bestraft, wisten vrijwel alle leden van Eenheid 731 de dans te ontspringen. Velen werden zelfs gerespecteerde geleerden in het naoorlogse Japan.

De gruwelijke misdaden die de eenheid uitvoerden, waren jarenlang verborgen onder een sluier van geheimhouding. Pas sinds de jaren tachtig zijn er scheuren gekomen in deze sluier. Het is nu bekend en bewezen dat de Japanse artsen Chinezen, Mongolen, Koreanen, Amerikanen, Russen, Engelsen en Nederlanders gebruikten als proefkonijnen. Zij experimenteerden bijvoorbeeld met de effecten van extreme kou op het menselijk lichaam, hoeveel druk een menselijk lichaam kan weerstaan voordat de ogen eruit springen, de effecten van vlammenwerpers op het lichaam en hoe het lichaam reageert op infecties met pest, miltvuur, tyfus, cholera en andere ziektes. Ook werden er met grote regelmaat gevangenen zonder verdoving levend ontleed. Japanse dokters reisden zelfs speciaal naar China om dergelijke vivisecties te kunnen meemaken.

Het Amerikaanse dagblad de New York Times beschreef in een artikel in 1995 zo’n vivisectie. De getuigenis kwam van een toen 72-jarige boer die tijdens de oorlog medisch assistent was geweest in China. „Deze man wist al dat hij dood zou gaan. Dus toen we hem vastbonden, vocht hij niet. Toen ik het ontleedmes oppakte, begon hij te schreeuwen. Met een enkele snede sneed ik zijn borst en buik open. De pijn was zo intens dat zijn gezicht vertrok. Zijn gegil was afschuwelijk, onvoorstelbaar. Uiteindelijk werd hij stil.”

De belangrijkste taak van de eenheid was het doen van diepgaand onderzoek naar bacteriologische oorlogvoering. Het resultaat werd beproefd op de inwoners van het Chinese Mantsjoerije. Laagvliegende vliegtuigen strooiden bijvoorbeeld vlooien besmet met de builenpest uit over graanvelden. Het graan trok grote aantallen ratten aan die de vlooien over een groot gebied verspreidden.

Net voor de Japanse capitulatie liet Shiro Ishii het hele 731-complex in Mantsoerije vernietigen. Hij wilde er absoluut zeker van zijn dat er geen enkel bewijs werd achtergelaten. Iedere medewerker moest op straffe des doods geheimhouding zweren, alle gebouwen werden verwoest, de overgebleven 400 krijgsgevangen neergeschoten, vrijwel alle documenten verbrand en alle muizen in het laboratorium losgelaten. Volgens sommige bronnen kostte dit alleen al het leven aan 30.000 mensen omdat de muizen de builenpest verspreidden.

Na de oorlog waren de Amerikanen zo belust op de kennis van de eenheid dat zij ervoor zorgden dat deze wreedheden nooit besproken werden tijdens het oorlogstribunaal van Tokio. In ruil voor geheimhouding kregen veel voormalige leden van Eenheid 731 goed betaalde banen in de VS.

Veel van de kennis uit Eenheid 731 kwam terecht in het Amerikaanse Fort Detrick, waar sinds de jaren dertig onderzoek werd uitgevoerd naar bacteriologische oorlogvoering. Shiro Ishii heeft daar na het einde van de Tweede Wereldoorlog zelfs lange tijd lesgegeven. De auteur van het standaardwerk over Eenheid 731, Sheldon Harris, schat dat Ishii twaalf keer zo veel mensen heeft omgebracht als nazi-arts Mengele. Maar de Amerikanen hadden daar blijkbaar geen problemen mee.

De Japanse overheid werkte maar al te graag mee aan dit schoonwassen van de zwartste bladzijde uit haar geschiedenis. Hoewel zij sinds enkele jaren eindelijk het bestaan van de eenheid toegeeft, beweert zij nog altijd niet te hebben geweten wat Eenheid 731 uitvoerde.

Zestig jaar later is het nog steeds niet bekend hoeveel mensen er zijn omgekomen door de experimenten van de eenheid. De laagste cijfers is 1000, het hoogste 270.000. Ten minste 100.000 Chinezen zouden zijn geveld door de builenpest. Tot op vandaag de dag voert de Chinese overheid regelmatig onderzoek uit naar builenpest in de gebieden waar Eenheid 731 rondspookte. De ziekte is mogelijk niet volledig uitgeroeid en zou plotseling weer kunnen toeslaan. Een gruwelijke erfenis van een oorlog die al meer dan een halve eeuw geleden werd beëindigd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer