Schonewille kwam afgelopen weekend met zijn voorstel het zwijgrecht van een verdachte af te schaffen. Als een verdachte toch niets zegt tijdens ondervragingen, moet een rechter dat mee kunnen wegen bij zijn uitspraak. Dat gegeven zou dan eerder tot een veroordeling kunnen leiden. „Als je niets te verbergen hebt, kun je gewoon een verklaring afleggen”, stelt Schonewille.

Volgens Schonewille is het zwijgrecht ooit ingevoerd om martelingen te voorkomen, maar hoeven verdachten daar tegenwoordig niet meer bang voor te zijn. „Iemand moet zich daar niet langer achter kunnen verschuilen. Hij is niet voor niets verdachte. Hij moet meewerken aan een ongestoorde procesgang.”

Schonewille geeft toe dat een verdachte niet gedwongen kan worden te spreken, maar het gaat hem „om het signaal.” De LPF’er zegt te spreken namens de fractie en niet uit te zijn op wraak op Volkert van der G., die verdacht wordt van de moord op LPF-grondlegger Fortuyn.

CDA-kamerlid Van Haersma Buma vindt het plan van de LPF „ondoordacht”, omdat verdachten hierdoor wel eens verklaringen af zouden kunnen gaan leggen die achteraf niet de waarheid blijken te zijn. „Dat hebben we in de Puttense moordzaak al gezien.”

VVD-kamerlid Cornielje ergert zich aan de uitspraken van Schonewille. „Ik begrijp het niet en ik kan er niet zoveel mee. Een verdachte hoeft nooit mee te werken aan zijn eigen veroordeling. Eigenlijk is het voorstel bedoeld om direct in de grijpen in de strafzaak tegen Volkert van der G. Dat politici daarnaar streven is onwenselijk. De LPF is bezig met pure symboliek.”