Afghaans cultureel erfgoed kan eindelijk terug
GENEVE - Een fontein in de vorm van een hondenkop, een uit protest tegen de taliban geweven tapijt, een steen door Alexander de Grote zelf gelegd. Deze en andere voorwerpen, stuk voor stuk objecten van onschatbare waarde voor de Afghaanse cultuur, zijn gedurende twee decennia van geweld in Afghanistan met pijn en moeite in Zwitserland bijeengebracht en op die manier voor vernieling behoed.
De vechtende partijen in Afghanistan, die zich zorgen begonnen te maken over de vernieling op grote schaal van hun kostbare cultuurgoed, eerst tijdens de bezetting door de Sovjets en later tijdens de daaropvolgende burgeroorlog, hadden in 1998 het verzoek bij Zwitserland neergelegd om een veilig onderkomen te bieden aan hun nationale schatten. Zelfs de taliban, die later de immense boeddhabeelden in de Bamiyanvallei zouden opblazen, deelden toen de bezorgdheid over het in rap tempo verdwijnende Afghaanse cultureel erfgoed.Nu is eindelijk het moment aangebroken dat de schatten, variërend van gebruiksvoorwerpen tot meesterwerken, naar huis terugkeren. Zowel de internationale als de nationale autoriteiten hebben Kabul inmiddels veilig genoeg verklaard om de voorwerpen morgen per vliegtuig te laten terugkeren. Paul Bucherer, directeur van het Afghanistan Museum in het stadje Bubendorf in het noordwesten van Zwitserland, zegt dat het indertijd „een gedeeld verzoek was van de taliban en de Noordelijke Alliantie” om over de objecten te waken. Bucherer is deskundige op het gebied van de Afghaanse geschiedenis en cultuur. Hij bezocht het land vele malen en had er contact met hoogwaardigheidsbekleders van beide partijen.
Het bleek echter nog heel wat voeten in de aarde te hebben om de objecten Afghanistan uit te krijgen. Een vrachtvlucht die in 2000 met duizenden kunstschatten naar Zwitserland zou vertrekken, moest geannuleerd worden omdat men niet over de vereiste internationale documenten beschikte om de objecten uit het land van herkomst te mogen vervoeren, zegt Bucherer. En die vertraging bleek desastreus, want bij het geweld dat in januari het jaar daarop uitbrak, werden al die voorwerpen vernietigd.
Ondertussen begonnen via andere wegen toch voorwerpen bij het Zwitserse museum binnen te druppelen; Afghanen die naar Europa reisden namen ze mee, of Europeanen die in de jaren ’60 en ’70 in Afghanistan hadden gewoond doneerden ze uit hun privécollectie. Volgens Bucherer was de herkomst van alle objecten niet even zuiver, maar er werden geen vragen gesteld, zegt hij. Alle bijdragen waren van harte welkom.
Het onbetwiste pronkstuk van de collectie is een funderingssteen die Alexander de Grote omstreeks 300 voor Christus hoogstpersoonlijk legde bij aanvang van de bouw van de Griekse stad Ai-Khanum in Noord-Afghanistan. Ook is er een hondenkop van steen, die ooit dienstdeed als douche voor atleten in die stad. Een ander bijzonder stuk is een tapijt dat door vrouwen met de hand werd geweven en waarop dieren afgebeeld staan, een dappere daad van protest tegen het talibanbewind, dat het afbeelden van levende wezens ten strengste verbood.
De collectie omvat in totaal ongeveer 1500 voorwerpen en is vele miljoenen euro’s waard. Maar Bucherer zegt zich niet over de marktwaarde te bekommeren. Zijn Zwitserse museum heeft inmiddels de deuren voor het publiek gesloten. „Dit is de op een na grootste repatriëring van cultureel erfgoed sinds de Tweede Wereldoorlog”, laat hij weten. Alleen de terugkeer van de topstukken naar het Madrileense Pradomuseum vanuit Genève in 1939, na de Spaanse burgeroorlog, was volgens hem nog groter.
Bucherer staat ook aan het hoofd van de Bibliotheca Afghanica, een stichting die informatie verzamelt over de Afghaanse geschiedenis en cultuur. Die stichting heeft een groep Zwitserse wetenschappers geholpen een computermodel te ontwikkelen om de enorme boeddhabeelden langs de zijderoute te kunnen reconstrueren die de taliban in 2001 vernietigde.
De repatriëring van de voorwerpen uit Bubendorf wordt door de Zwitserse overheid bekostigd en uitgevoerd door de Duitse luchtmacht. Laurent Levi-Strauss, hoofd van de afdeling voor cultureel eigendom en musea van Unesco, beschouwt de situatie in Kabul eveneens als veilig genoeg voor de terugkeer. Ook Bucherer heeft vrede met de terugkeer van de voorwerpen „die zullen helpen het zelfvertrouwen van het Afghaanse volk te versterken”, zo meent hij.