Parlementvaria
De directeur van het ChristenUniepartijbureau, Van Rhee, en de voorlichter van de SGP-fractie in de Tweede Kamer, De Bruyne, mogen elkaar niet zo. De Bruyne brengt regelmatig voor het voetlicht dat hij niet zo veel opheeft met de ChristenUnie. Van Rhee mag op zijn tijd graag een sneer in de richting van de SGP geven.
Eind vorige week was het weer zover. Van Rhee had de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen van woensdag geanalyseerd. De ChristenUnie had in alle provincies fors gewonnen. Hij liet in het Nederlands Dagblad echter één minpuntje optekenen: de Unie scoorde het slechtst in de provincies waar de partij met de SGP optrok, en dan noemde Van Rhee speciaal Noord-Holland en Noord-Brabant.Dat had de Bruyne uiteraard gelezen en hij antwoordde per kerende post in hetzelfde dagblad. Daarin zet hij de winst van de CU in alle provincies op een rijtje. Wat blijkt? Juist in de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant, waar dus gecombineerde lijsten waren, is de grootste winst geboekt. Noord-Holland 76,3 procent en Noord-Brabant 74,4 procent.
De Bruyne kan niet nalaten om er ook op te wijzen dat de groei in Friesland bijna het kleinst is, namelijk 38,3 procent. In Friesland heeft de ChristenUnie de samenwerking met de SGP opgezegd. Als uitsmijter schrijft de fractievoorlichter: „Henk, ik heb nog een oud en degelijk telraam over. Hebben?” (GV)
Schande
Premier Balkenende zei het pas al: „Wilders vindt veel schandalig.” Hij sloeg de spijker op de kop. Waar Wilders spreekt, valt geheid het woord schande, in alle denkbare varianten. Zo ook vorige week in het Kamerdebat over de bijbaan van PvdA-Kamerlid Arib. Negen keer noteerden de stenografen „schande”, zes keer schreven ze „schandelijk” en tweemaal „schandalig.” Wilders gebruikte de termen het vaakst: veertien van de zeventien keer.
De overige keren kwamen voor rekening van GroenLinksfractievoorzitter Halsema (eenmaal) en VVD-Kamerlid Kamp (twee keer). Kamp sprak schande van de weinig parlementaire taal waarmee Wilders en zijn collega’s zich tijdens het debat bedienden: „Er worden hier heel gemakkelijk grote woorden gebruikt. (…) Het gebruik van grote woorden als bizar en schande laat ik graag aan u en aan anderen over.” Even later liet hij zich toch meesleuren: „Ik zal mij maar voegen in het woordgebruik van dit debat: Dit is belachelijk.”
Terug naar het eenzijdige vocabulaire van Wilders. Tal van Kamerleden hekelden na afloop van het debat over Arib zijn weinig fatsoenlijke manier van debatteren. Hij trekt zich er niets van aan: „Het wordt nog veel heftiger. Wie daar niet tegen kan, moet een ander vak kiezen.” (KdG)
Schijntje
Onderdeel van de verkiezingsstrijd tussen de politieke partijen is altijd de hoogte van het campagnebudget. Na de verkiezingsuitslag willen de spindoctors het gespendeerde bedrag wel noemen. Tot die tijd zwijgen ze, of erger: ze misleiden pers en concurrentie door een veel lager bedrag te roepen.
De campagneleiders hopen op die manier concurrerende partijen te verleiden tot een zo’n klein mogelijke financiële injectie. Om vervolgens zelf met een stevige campagne uit te pakken en in de media te domineren.
Zo noemde CDA-strateeg Jack de Vries de afgelopen maanden op de vraag hoeveel hij te besteden had steevast een bedrag van 100.000 euro. Weliswaar voor Jan Modaal een forse zak geld, campagneleiders van de grote partijen schrikken niet van zo’n bedrag; een schijntje, zeggen ze. Ter vergelijking: de christendemocraten gaven bij de landelijke verkiezingen 1,5 miljoen euro uit.
In werkelijkheid viel het CDA-budget voor de Statenverkiezingen veel hoger uit. „O ja, de provincies hebben elk ook nog 50.000 euro bijgedragen”, zei De Vries donderdag, een dag na de stembusgang, quasi-achteloos. In totaal had het CDA een slordige 700.000 euro aan reclamespotjes, posters en manifestaties besteed.
De Vries mocht niet klagen: het CDA was de afgelopen tijd meer in de media te zien en te horen dan de meeste andere partijen. Geen wonder: grootste concurrent VVD besteedde in totaal 200.000 euro aan de campagne. De PvdA had een budget van 400.000 euro.
Bedelen
De SP is een rijke partij. Een journalist ving begin vorige week een gesprekje tussen de senatoren Jos Werner (CDA) en Uri Rosenthal (VVD) op. „Zeg Jos, hebben jullie nog geld?” Werner: „Nee. Jullie?” „Niet echt”, antwoordde Rosenthal weer. De heren senatoren keken elkaar vervolgens veelbetekenend aan: ze moesten maar eens bij de SP bedelen.
De socialisten hebben van alle politieke partijen het meeste geld in de campagne voor de Statenverkiezingen gepompt: „Ruim 7 ton”, zegt SP-campagneleider Hans van Heijningen.
Waar komt al dat geld vandaan? Meer dan de helft van die 7 ton, zo’n 400.000 euro, is afkomstig van overheidssubsidies. De rest, ongeveer 300.000 euro, betaalt de SP uit eigen zak - nog steeds een fors bedrag.
De verklaring voor die dikke portemonnee ligt grotendeels in de groei van het aantal Kamerzetels na de verkiezingen van (is0(
22 november. De Kamerleden van de SP worden geacht via een afdrachtregeling maandelijks ruim 2000 euro aan de partijkas af te staan. Uiteindelijk houden ze 2200 euro nettosalaris over, dat is zo’n beetje de helft van het netto-inkomen van andere parlementariërs.(is2m(
Het maakt bij zo’n systeem nogal uit of je als partij 9 Kamerzetels hebt of 25, zoals nu. „Vijfentwintig Kamerleden geeft de partij fors meer mogelijkheden”, geeft Van Heijningen toe. „Het vormt een derde van onze huidige financiële middelen.”
Zoals een oud spreekwoord zegt: De liefde (tot de Kamerleden) doet veel, het geld doet het al. (PJD)
Agenda
De Tweede Kamer debatteert woensdag onder meer over de Europese top van eind vorige week. Donderdag staat een discussie op de agenda over aanscherping van de regels voor vervroegde en voorwaardelijke invrijheidstelling van gevangenen.