Wilders heeft succes, maar valt tegen
PVV-voorman Wilders lacht in zijn vuistje. In de nazomer van 2004 verliet hij na een conflict de VVD om in het parlement goedsmoeds voor zichzelf te beginnen. Nog geen drie jaar later zit het meest geciteerde Kamerlid met een fractie van negen man in het parlement, terwijl hij in de peilingen voor de zoveelste maal is gestegen.
Wie durft nog te zeggen dat hij niets voorstelt? Nee, een tweede Fortuyn is hij niet. Qua charisma en originaliteit kan hij niet tippen aan de in 2002 vermoorde Rotterdammer. Maar een slecht politicus is hij evenmin.Dat hij in de aanloop naar de laatste verkiezingen afstand hield van de betere soort van LPF’ers, zoals Eerdmans en Pastors, leek kortzichtige egotripperij. Maar van Eerdmans horen we inmiddels niets meer, terwijl Wilders nog altijd de voorpagina’s van kranten haalt.
„Wilders legt Haagse politiek zijn agenda op”, schreef een opinieblad deze week. En daar zit wat in. Het is nu al enkele weken achter elkaar raak. De Kamer debatteert over de dubbele nationaliteit van twee staatssecretarissen. Het parlement wijdt een debat aan een nevenfunctie van PvdA-Kamerlid Arib. Het is duidelijk: daar zouden de fracties uit zichzelf niet op gekomen zijn.
Tot zover de complimenten. Wat uiteindelijk ontzettend tegenvalt aan het optreden van Wilders en zijn PVV zijn z’n op goedkoop effect gerichte acties en zijn smalle agenda.
De Limburger met zijn opvallende kapsel, monotone stemgeluid en beperkte, van superlatieven doordrenkte taalveld is een populist pur sang. Dat de moties die hij indient wetstechnisch of qua internationaal recht in het geheel niet kunnen en alleen al om die reden door geen enkele fractie gesteund worden, deert hem niet.
Integendeel, dit is koren op zijn molen. Als alle andere partijen tegen zijn voorstellen stemmen, bevestigt dat het beeld van de miskende buitenstaander. Juist door zich continu voor te doen als een outsider, als een man die met het Haagse politieke gekonkel niets van doen heeft -een houding die ook Fortuyn geen windeieren legde-, boekt hij zijn electorale successen.
Die manier van optreden brengt de gevestigde landelijke partijen zichtbaar in verlegenheid. Wat moet je met een politicus die er geen boodschap aan heeft of zijn collega’s in het parlement hem waarderen of niet, maar die uitsluitend uit is op waardering door het volk? Op iemand die zich onttrekt aan de spelregels en de mores van het Binnenhof, hebben normale politieke wapens zoals redelijke argumentatie of op consensus gerichte toeschietelijkheid geen vat.
Op zichzelf hoeft het niet verkeerd te zijn als een politicus er handig in is sentimenten van een bepaald deel van de bevolking te vertolken, sentimenten die op de een of andere manier door de gevestigde orde niet worden opgepikt. In de paarse tijd waren politieke partijen, vooral als het om de problemen van de multiculturele samenleving ging, al te zeer vervreemd geraakt van wat er onder de burgerij leefde. Fortuyn bracht daarop een correctie aan en Wilders doet dat momenteel ook.
Maar wie er primair op gericht is te scoren bij de massa, loopt een groot risico te vervallen in simplificaties. Zo’n verplatting van de politiek zien we bij Wilders daadwerkelijk plaatsvinden. In sommige debatten weet hij zijn tegenstanders van geen andere repliek te dienen dan: „Dat is onzin”, „Daar heb ik geen woorden voor”, of „Daar lusten de honden geen brood van.” Wie op zo’n niveau gaat opereren bewijst de samenleving geen dienst.
Bijzonder jammer is ook dat de politieke beweging die hij heeft willen stichten uiteindelijk slechts zo’n smalle agenda gekregen heeft. Zeker, Wilders heeft ook standpunten over andere zaken dan immigratie en integratie. Maar hij krijgt ze niet voor het voetlicht en lijkt daar ook niet zo veel moeite voor te doen. Hij weet dat hij zijn electorale succes vooral aan zijn anti-islamvisie te danken heeft en hij voelt zich er zo te zien wel bij.
Van een werkelijk conservatieve partij, zoals oud-PVV-ideoloog Spruyt voor ogen stond, is niets terechtgekomen. Wilders zoekt zijn kracht niet in diepgravende analyses van onze maatschappij, niet in de versterking van traditionele waarden en instituties, maar focust zich op een enkel thema dat hem op een relatief gemakkelijke en snelle wijze stemmen oplevert.
Het is de tactiek van ”grote stappen snel thuis”. Maar welk thuis eigenlijk?