Opinie

Accent op gemeenschap roept bedenking op

Het kabinet-Balkenende IV bevindt zich in de wittebroodsweken. Het lijkt wel of dit voor Balkenende, Bos en Rouvoet de ideale coalitie is. Op z’n minst liggen de zaken genuanceerder. Als de verkiezingen van 22 november ook een coalitie met de VVD hadden mogelijk gemaakt, was het aannemelijk dat Balkenende en zijn partij daarvoor zouden hebben gekozen. In de verkiezingscampagne ging hun voorkeur daar duidelijk naar uit.

Dr. C. S. L. Janse
9 March 2007 22:14Gewijzigd op 14 November 2020 04:35

En als Rouvoet uitgenodigd was om een centrumrechtse coalitie aan een meerderheid te helpen, had hij daar vast geen nee op gezegd. In ieder geval hield hij voor de verkiezingen alle opties open. Waarschijnlijk had de ChristenUnie dan ten aanzien van abortus, homohuwelijk et cetera evenveel of even weinig binnengehaald als nu het geval is. De VVD was maar wat blij geweest al ze daarmee aan de macht kon blijven.Alleen waren bepaalde rollen dan omgedraaid. Is het nu Bos die zijn achterban bezweert dat er ten aanzien van de zogenoemde immateriële punten eigenlijk niets verandert, terwijl Rutte roept dat er belangrijke stappen teruggezet worden, bij een coalitie van CDA, VVD en CU was het Rutte geweest die deze veranderingen minimaliseerde, terwijl Bos met klem had betoogd dat thans de verworvenheden van de laatste decennia op het spel stonden. Zo gaat dat in de politiek.

Duidelijke bijsturing
Ongetwijfeld was er bij een centrumrechtse coalitie op allerlei punten een ander beleid uitgekomen dan nu het geval is. Balkenende IV zou meer in het verlengde hebben gelegen van Balkenendes vorige kabinetten. Nu is er ten aanzien van het asielbeleid, het sociaaleconomisch beleid en de visie op de maatschappij een knop omgegaan of heeft er in ieder geval een duidelijke bijsturing plaatsgevonden.

De meeste CDA-ers kunnen daar best mee leven. Na ruim vier jaar met de VVD te hebben samengewerkt was het tijd om het sociale gezicht van het CDA op te poetsen. Ook Lubbers ruilde na zeven jaar de VVD in voor de PvdA. De christendemocraten hebben er geen belang bij om permanent in het gezelschap van de socialisten of de liberalen gezien te worden.

Als men de politieke partijen probeert in te delen op de dimensies individualisme versus collectivisme en idealisme versus realisme, dan is het in ieder geval duidelijk dat PvdA en VVD niet in dezelfde hoek terechtkomen. De VVD stelt vanouds het individu en zijn keuzevrijheid voorop en heeft een meer pragmatische manier van politiek bedrijven. De PvdA denkt meer vanuit de collectiviteit, beklemtoont de solidariteit en kent in haar politieke opstelling een grotere ideologische gedrevenheid.

Die verschillende oriëntatie werkt duidelijk door in het nieuwe regeerakkoord. Dat akkoord geeft blijkt van een bepaalde gedrevenheid. Men wil er iets moois van maken. De nadruk ligt op het samen werken en samen leven van mensen. Het woord samen wordt talloze malen gebruikt. Het belang van gedeelde waarden en normen wordt beklemtoond. Dat sluit helemaal aan bij Balkenendes oriëntatie op het communitarisme, dat de nadruk legt op gezin en samenleving.

De vraag is natuurlijk wel of men erin zal slagen om deze hooggestemde idealen tijdig in concreet beleid te vertalen. En vervolgens rijst de vraag in hoeverre een dergelijk beleid ook enig effect zal hebben op de vaak zo weerbarstige maatschappij. En is deze heroriëntatie in het Haagse in alle opzichten wel zo positief als het lijkt?

Individu en gemeenschap
Onmiskenbaar is er in onze maatschappij sinds jaar en dag een individualiseringsproces gaande. Mensen maken zich los uit traditionele sociale bindingen. Zij hebben een grotere behoefte aan zelfontplooiing en privacy. Die ontwikkeling wordt gestimuleerd door de welvaartsstijging. Als alleenstaande kan men gemakkelijker een eigen onderdak betalen en een eigen huishouden bestieren. Ook technische ontwikkelingen spelen hierbij een rol. Tot voor kort hadden gezinnen alleen een gezamenlijk telefoonnummer. Nu zijn veel gezinsleden regelrecht bereikbaar op hun mobiele nummer.

Het individualiseringsproces heeft ook te maken met het functieverlies van het gezin, de versnelde ontvoogding van jongeren en het zwakker worden van de huwelijksbanden. Veel mensen leven in tamelijk losse relaties. Het huwelijk als een levenslange band tussen man en vrouw is voor hen eerder een benauwend dan een aanlokkelijk perspectief. Het overheidsbeleid is er ook op gericht dat gehuwde vrouwen financieel onafhankelijk zijn van hun man.

In hoeverre betekent het nieuwe kabinetsbeleid een correctie op deze trends? Als in het regeerakkoord wordt uitgesproken dat het gezin van grote waarde is, is dat zeker positief te noemen. Althans, zo zou het kunnen uitpakken. Maar wat verstaat men onder een gezin en op welke manier wil men het gezin ondersteunen?

Rouvoet zelf zal ongetwijfeld van mening zijn dat je om een gezin te stichten eerst getrouwd moet zijn. Maar in de huidige maatschappij denkt men daar heel anders over en de nieuwe minister voor Jeugd en Gezin wordt niet geacht daar tegen in te gaan. Tegen die achtergrond heeft gezinsbeleid wel iets van dweilen met de kraan open.

En als de aandacht voor het gezin vooral gestalte krijgt in het goedkoper maken van crèches (in het nieuwe regeerakkoord worden daar honderden miljoenen voor uitgetrokken) dan leidt een dergelijk gezinsbeleid eerder tot een afbrokkeling van de gezinsfuncties. Ook de fiscale plannen ten aanzien van de algemene heffingskorting voor niet buitenshuis werkende gehuwde vrouwen zijn bepaald niet gezinsvriendelijk te noemen.

Dat neemt niet weg dat het gezin in andere opzichten kan profiteren van een overheidsbeleid dat meer oog heeft voor de waarde van kleinere en grotere gemeenschappen. Bij dit kabinet leeft duidelijk het besef dat de sociale samenhang meer aandacht verdient. Als gevolg van de individualisering is die cohesie in de moderne maatschappij niet bij voorbaat gegarandeerd.

Integratie
Toch is de sterkere nadruk op de gemeenschap een zaak met verschillende kanten. Zo wordt in toenemende mate beklemtoond dat het onderwijs een belangrijke rol heeft bij de integratie van de jongere generatie. Daarbij gaat het met name om de allochtonen. Islamitische scholen liggen onder vuur, niet alleen omdat daar wellicht extremistische opvattingen gepropageerd worden, maar omdat zij de scheiding accentueren tussen islamitische en niet-islamitische leeftijdsgenoten. In het verlengde daarvan wordt reformatorische scholen verweten dat zij vanwege hun strikte toelatingsbeleid geen bijdrage leveren aan de integratie van allochtonen.

Nu zijn reformatorische scholen in eerste instantie ook niet bedoeld om de integratie te bevorderen. Integendeel die zijn juist gericht op segregatie. Het gaat erom jongeren die in de Nederlandse samenleving deel uitmaken van een minderheidsgroepering, in aparte scholen onderwijs te geven waarbij een andere levensovertuiging centraal staat en hen in een aantal gevallen andere normen worden bijgebracht dan in de brede samenleving gangbaar zijn.

Maar vervolgens kan door vriend en vijand geconstateerd worden dat die scholen leerlingen afleveren die heel aardig hun weg in deze maatschappij kunnen vinden. Wat dat betreft dragen ze wel degelijk bij aan de integratie. Maar weinig oud-leerlingen komen terecht in een van de maatschappelijke probleemcategorieën. In Den Haag heeft men dus helemaal geen reden tot klagen.

Isolement
In ieder geval kan duidelijk zijn dat een overheidsbeleid dat sterk gericht is op het bevorderen van gemeenschapszin en gemeenschappelijke waarden en normen voor ons ook bedreigend kan zijn. Want om welke waarden en normen gaat het? Hoe verhouden die zich tot Gods geboden? Wat voor gemeenschapszin moet worden bevorderd? Is dat een gemeenschapszin die zijn hoogtepunt vindt in het jaarlijkse carnaval of gaat het om een gemeenschap waar de kerk, waar de zondagse kerkgang en de gereformeerde zede toonaangevend zijn? Dat maakt natuurlijk wel een groot verschil.

Het is geen goed teken als men in de gereformeerde gezindte benauwd geworden is voor het woord isolement. De christelijke gereformeerde ds. P. Roos wees er vorige week in een artikel op de opiniepagina op dat de christelijke kerk (naar haar aard) in een zeker isolement verkeert. Dat is een fundamentele notie die niet mag ondersneeuwen.

Natuurlijk kun je alles overdrijven, ook als het gaat om het isolement. Wanneer echter gezegd wordt dat bijvoorbeeld de SGP zich in een isolement bevindt, dan zou dat eerder als een compliment gezien moeten worden dan als een verwijt. Wie in deze ontkerstende samenleving op wil komen voor Gods geboden staat onvermijdelijk buiten de hoofdstroom van het hedendaagse denken en handelen. Niet omdat hij er bij voorbaat al voor kiest om aan de kant te staan, maar om des gewetens wil. Het is niet anders. Een principieel isolement leidt op een aantal terreinen onvermijdelijk tot een sociaal isolement. Opvattingen en gedragingen staan nu eenmaal niet los van elkaar.

Menselijke behoeften
Maar gelukkig is er is meer te zeggen. Er is ook heel wat wat ons verbindt met anderen, ongeacht waar zij qua geloof of levensbeschouwing staan. We hebben allemaal onze aardse behoeften: eten en drinken, kleding en onderdak, werk en inkomen, bescherming en zorg, enz. enz… Dat vereist een breed gedragen besef van lotsverbondenheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Maar op een gegeven moment geldt: hier scheiden onze wegen, hier kunnen wij niet in meegaan. Op het ene levensterrein doet zich dat eerder voor dan op het andere.

De grote groep allochtonen en met name islamitische allochtonen in Nederland heeft de discussie aangewakkerd over de Nederlandse cultuur en de waarden en normen die hier dominant zijn. Wat zou eigenlijk iedereen moeten vinden en waar moet iedereen zich aan houden?

Anno 2007 staat de door velen gehanteerde canon van Nederlandse waarden gemakkelijk op gespannen voet met hetgeen ons in de Bijbel wordt voorgehouden. Bij de uitdrukking joods-christelijke waarden moeten we ons al niet te veel voorstellen en als daar de term humanistisch nog aan toegevoegd wordt, dan kunnen we helemaal weten hoe laat het is. Algauw worden dan scheiding van kerk en staat (godsdienst als privézaak) en gelijkwaardigheid van homo- en heterorelaties als de ijkpunten gezien. Niet alleen in de richting van allochtonen, maar ook in de richting van de gereformeerde gezindte. Trouw aan de Grondwet mag niet betekenen dat men geacht wordt in te stemmen met alle ideologisch geladen normen die daarin zijn vastgelegd.

Een sterkere nadruk op de gemeenschap en de gedeelde waarden, zoals die in het regeerakkoord tot uitdrukking komt, heeft dus ook zijn bedenkelijke kanten. In dat harnas kunnen wij niet gaan. Er is immers een grote afstand ontstaan tussen wat men in onze maatschappij als de dragende waarden beschouwt en de waarden en normen die wij vanuit de Bijbel kunnen onderschrijven.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer