Een gebreide lap is maar een gebreide lap, zo moeten de auteurs van ”Decoratief breien” gedacht hebben. Nog niet eens zo’n vreemde gedachte. Hoewel sommige ontwerpen niet in verhouding lijken te staan tot de energie die de auteurs erin stoppen (wie gaat er nu 2324 kraaltjes op een gebreide baret zetten), zijn de ideeën in hun boek modieus en verfrissend.Borduurwerk, reliëfs, touw en raffia, ruches, richels, linten en stukjes bont. Er zijn legio mogelijkheden om een eenvoudig breiwerkstuk te verfraaien. Achterin het boek staan -voor wie niet genoeg saaie breisels heeft om te versieren- achttien werkstukken met een hoog originaliteitgehalte. Een gordijn van harige wol, zijde, katoen, glazen kralen en stukken organza, een tafelloper met meegebreide balletjesketting, of een spiraalvormige bontshawl.

”Decoratief breien” is verdeeld in vijf hoofdstukken. De auteurs gaan daarin op verschillende manieren in op het verfraaien van werkstukken. Van variaties in de textuur tot het meebreien van kralen, knopen, pailletten of schelpen. Elk hoofdstuk is verdeeld in een technisch gedeelte -met de uitleg in heldere bewoordingen en schematische tekeningetjes-, een ideeëngedeelte, waarin meer technieken en patronen in dezelfde categorie worden uitgelegd, en een praktijkgedeelte met werkstukken.

Ladders en plooien
Volgens de inleiding is ”Decoratief breien” bedoeld „om meer technieken te leren, de kennis te vergroten en om bovendien te laten experimenteren om zo een eigen uniek breiwerk te creëren.” De voorbeelden in het boek zijn overigens niet alleen voor nieuwe breisels te gebruiken, ook bestaande werkstukken kunnen ermee worden verfraaid.

Ook op het gebied van driedimensionale gareneffecten laten Haxell en Roberts het nodige zien. De lezer krijgt noppen, lussen en draden, kabels, motieven, ladders en plooien voorgeschoteld.

Voor beginners zijn de omschrijvingen soms erg kort door de bocht, wie krijgt het niet benauwd bij het zien van beschrijvingen als „1 r. verdr., 1 r., 3 av., KR6V3A, 3 av., 2 r”? Gelukkig leggen de auteurs alle steken voorin het boek uitgebreid uit. Wel is enige basiskennis vereist. De auteurs: „Voor dit boek moet u de basistechnieken beheersen: opzetten volgens de duimmethode, recht en averecht breien, en afhechten. Bovendien moet u jacquardpatronen kunnen breien en motieven kunnen inbreien. Deze technieken worden hier niet uitgelegd.”

De foto’s in ”Decoratief breien” zijn helder en laten duidelijk zien wat het uiteindelijke resultaat moet zijn. Of de hobbyist dat altijd bereikt, is de vraag. Aan de ideeën zal het niet liggen.

Brei een richel of ribbel
Richels of ribbels zijn horizontale plooien in de gebreide stof. Ze ontstaan door de steken van een eerdere toer op te nemen en die samen te breien met de steken van de werktoer. Breisters kunnen de hoogte van de richels variëren, ze in een contrasterende kleur breien of er een koord doorrijgen, zodat ze meer opvallen. Er ontstaat een zachter effect als er een diepere richel wordt gebreid die aan weerszijden slechts een paar centimeter met een eerdere toer is samengebreid.

Richels creëren een dikke rand en hoewel ze met een paar kantsteken plat te houden en in de zoom te verwerken zijn, is het resultaat niet altijd bevredigend. Zorg dat de richels deel uitmaken van en passen bij het ontwerp.

1. Brei tot waar de richel moet komen. Markeer de volgende toer door hem met een iets dikkere naald te breien. Er ontstaan dan grotere lussen die in stap 2 makkelijker op te nemen zijn. Brei nog een aantal toeren tot het punt waar de richel omgevouwen wordt. Brei de volgende toer in dezelfde steek als de vorige of brei averecht bij het gebruik van een fantasiesteek. Brei een aantal toeren dat gelijk is aan dat tussen de gemarkeerde toer en de vouw.

2. Neem met een naald zonder knop aan de verkeerde kant de bovenste lus van elke steek in de gemarkeerde toer op. Brei vervolgens, met de goede kant voor, een steek van de linkernaald en een steek van de naald zonder knop samen. Wie meer ervaring krijgt, heeft geen naald zonder knop nodig en kan de steek van de gemarkeerde toer opnemen met de rechternaald. Zet die dan op de linkernaald en brei de steek en de lus samen.

Bron: ”Decoratief breien”

N. a.v. ”Decoratief breien”, door Kate Haxell en Luise Roberts; uitg. Cantecleer, Baarn 2007; ISBN 978 90 213 3726 5; gebonden, 160 blz.; € 24,95.