Dat heeft de Japanse premier Shinzo Abe donderdag gezegd. Het onderzoek wordt in principe uitgevoerd door de LDP-partij van Abe, maar de regering is bereid daar medewerking aan te verlenen.Conservatieve parlementariërs hebben de afgelopen week geëist dat Japan de verontschuldiging afzwakt die het land in 1993 heeft aangeboden aan de zogenoemde troostmeisjes. Die werden tijdens de Tweede Wereldoorlog door Japanse militairen gedwongen tot prostitutie. Abe liet donderdag weten in principe achter de verontschuldiging te staan, maar een nieuw onderzoek naar de kwestie toch te steunen.

De Japanse premier haalde zich vorige week de woede van veel landen op de hals door te zeggen dat de troostmeisjes door het leger „niet tot seksuele slavernij werden gedwongen in de strikte betekenis van het woord.”

Circa 200.000 jonge vrouwen uit verscheidene Aziatische landen, ook vrouwen uit het toenmalige Nederlands-Indië, werden door het Japanse veroveringsleger gedwongen als seksslavin te dienen in bordelen voor militairen. Japan heeft in 1993 wel erkend dat er sprake was van slavernij, maar verder dan een verontschuldiging en uitkeringen uit een privéfonds wilde de regering niet gaan.