Italiaanse baby overleeft abortus
ROME - Een foetus die enkele dagen geleden werd weggehaald bij een vrouw in de 22e week van haar zwangerschap heeft de ingreep overleefd.
De baby vecht nu voor zijn leven, maar vertoont niet de zware afwijkingen die waren voorzien en de ouders deden besluiten de baby weg te laten halen. L’Osservatore Romano, het Vaticaanse dagblad, schreef donderdag boos over „weggegooid leven.”De betreffende vrouw had in de laatste twee weken vier echo’s laten maken. Op twee daarvan was volgens de doktoren te zien dat de foetus leed aan een ernstige aandoening van de slokdarm.
Volgens een verklaring van het Florentijnse ziekenhuis Careggi, waar de abortus werd uitgevoerd, hebben de behandelende artsen de vrouw daarna aangeraden een scan te laten maken. Maar na consultatie van een bevriende arts besloot de vrouw tot onmiddellijke afbreking van de zwangerschap.
De Italiaanse wet voorziet in abortus na negentig dagen zwangerschap als de foetus afwijkingen vertoont die een ernstige bedreiging kunnen vormen voor de lichamelijke of geestelijke gezondheid van de vrouw. Volgens de ziekenhuisdirecteur is voldaan aan alle eisen die de wet stelt. Er wordt wel een onderzoek ingesteld.
Vorige maand kwam het Careggiziekenhuis ook al negatief in het nieuws toen bekend werd dat drie patiënten het aidsvirus hadden opgelopen na orgaantransplantatie waarbij een met hiv besmette donor betrokken was.
De voorzitter van de Italiaanse vereniging van echografisch personeel verklaarde donderdag in het dagblad Corriere della Sera dat echografie geen absolute zekerheid biedt. „In 50 procent van de gevallen zijn op de echo geen gebreken te zien, maar komt het kind toch met een aandoening te wereld. In 0,02 tot 0,5 procent komt het voor dat er misvormingen te zien zijn, die er in werkelijkheid niet zijn. Echografie is niet voor 100 procent betrouwbaar.”