Leiden zegt nee tegen RijnGouwelijn
LEIDEN - Inwoners van Leiden hebben woensdag in een referendum massaal tegen de komst van de RijnGouwelijn door de binnenstad gestemd.
Burgemeester H. Lenferink maakte woensdagavond laat in de Pieterskerk de uitslag bekend: 68,9 procent van de Leidenaren is tegen de komst van de lightrailverbinding door de sleutelstad.De gemeenteraad en het college beschouwen het referendum als bindend omdat 54,6 procent van de stemgerechtigden zich uitsprak in de volksraadpleging. Het college van burgemeester en wethouders gaf eerder aan dat bij een opkomst van 30 procent het oordeel van de bevolking zou worden meegenomen in het uiteindelijke besluit over de RijnGouwelijn.
De provincie Zuid-Holland heeft al aangegeven dat de lijn er komt, ongeacht de uitkomst van het referendum.
De RijnGouwelijn moet vanaf 2010 de steden Gouda, Alphen aan den Rijn, Leiden en de kustplaatsen Katwijk en Noordwijk met elkaar verbinden. De regio heeft volgens de provincie dringend behoefte aan hoogwaardig openbaar vervoer. De eerste werkzaamheden beginnen dit jaar in Gouda. De totale kosten voor het project zijn geraamd op 292 miljoen euro.
Nadat de burgemeester de uitslag had bekendgemaakt, riep verantwoordelijk wethouder J. Steegh de tegenstanders op om samen met hem na te denken over oplossingen voor de verkeersproblematiek in de binnenstad van Leiden. Door de belangrijkste winkelstraat, de Breestraat, rijden nu paar dag honderden fietsers en tientallen bussen. Dat levert regelmatig gevaarlijke situaties op. Bovendien komen er steeds minder mensen naar Leiden om daar te winkelen.
Robbert Strijk, woordvoerder van de veertien ondernemersorganisaties in de stad, is dan ook teleurgesteld in de uitslag. „We hebben hier een probleem: de bezoekersaantallen van de stad gaan omlaag. De provincie is met een oplossing gekomen, maar Leiden wijst dat af. Maar daarmee zet de dalende trend zich voort en daar zijn de ondernemers de dupe van.”
De Leidenaren hebben zich op allerlei manieren kunnen voorbereiden op het referendum. Zo waren er informatie- en debatavonden. Voor het stadhuis werd een proefvak aangelegd waarbij Leidenaren een beeld moesten krijgen hoeveel ruimte de sneltram in beslag neemt. Voor het station stond vanaf 1 maart een Infotram, een houten constructie een lightrailvoertuig moest voorstellen, vol met argumenten. Elke Leidenaar kreeg een referendumkrant door de brievenbus. Er was ook een referendumwijzer op internet, opgesteld door het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP).
Het was de vierde keer dat Leiden een referendum uitschreef. Tijdens de vorige Statenverkiezingen konden Leidenaren een voorkeur aangeven voor een burgemeesterskandidaat.
Ook in het Noord-Hollandse Beverwijk werd woensdag een referendum gehouden. Hier konden burgers de bestemming kiezen van twee voormalige vuilstortplaatsen. De eerste keuzemogelijkheid is een openbare voorziening voor buitensport met onder meer een golfbaan. Het tweede plan is een openbaar recreatiepark, waarbij veel ruimte gereserveerd wordt voor natuur. Beverwijkers kozen voor de laatste variant.