Vleselijk
Als we de uiterlijke kudde van Christus bekijken, zoals die op de weide van vrije genade geleid wordt, bestaat deze meer uit bokken dan uit schapen. Daarin vertonen zich veel onreine zielen, die in hun natuurlijke verdorvenheid nog verzonken liggen. Zij wentelen zich echter liever met de zwijnen in de drek van hun vleselijke begeerlijkheden. Zij begeren niet van hun vuiligheid door de Geest van Jezus gereinigd te worden.
Hierbij bevinden zich veel vleselijk gezinde zielen, die de vleselijk gezinde bokken gelijk zijn. Zij zijn in de begeerlijkheid van het vlees versmoord. Zij baden zich in de wellusten van het leven totdat de dag van de toorn van de rechtvaardige wraak van God daar is. Zij hebben hun ogen vol overspel en stellen hun leden tot wapens van de onkuisheid. Ja, is dat geen openlijke schandvlek voor een zogenaamd christendom?Hoeveel storende bokken vindt men niet in de uiterlijke kudde van Christus die zich onder de schapen vermengen? Ach, welke bokken vindt men niet onder de naam van christen? Waarom is de dierbare naam van christen, die door zo veel bloed van de getuigen der Waarheid verkregen is bij de heidenen, zo stinkend geworden? Wat baat het zich voor reine christenen uit te geven wanneer leven en wandel het tegendeel zijn?
Wilhelmus Ewald, predikant te Altona (”Voorboden der eeuwigheid”, 1736)