De noodsprong van advocaat Spong
BREDA - De eerste advocaat noemde het eerder nog een „bizar” betoog. Mr. G. Spong, raadsman van moordverdachte Julien C., greep maandag bij de rechtbank in Breda het verhaal van zijn cliënt over afpersing aan voor zijn verdedigingsstrategie. Het lijkt een noodsprong.
In spijkerbroek en op slippers kwam Julien C. de rechtszaal in Breda in. Voor het eerst sinds de moord op de 8-jarige Jesse Dingemans uit Hoogerheide verscheen de Antilliaans-Surinaamse verdachte in het openbaar, tijdens de eerste pro-formazitting. Hij liet het woord aan zijn raadsman.Voor het openbaar ministerie lijdt het geen twijfel: C. bracht Jesse op 1 december op basisschool Klim-Op op klaarlichte dag met een mes om het leven. Onderzoek wees uit dat er bloed van het slachtoffer op C.’s jas zat. Ook op een horloge en een mes van C. is DNA aangetroffen. Verder hebben diverse getuigen de donkergetinte man herkend.
C. ontkent de moord te hebben gepleegd. Hij beweert slachtoffer te zijn geworden van drie afpersers. Zij zijn hem op 1 december gevolgd, zo gaf raadsman Spong de lezing van C. weer. Op de heide of in het bos zou C. zijn kleding hebben moeten afstaan. Daarna werd hij in de tuin van zijn ouderlijke woning in Hoogerheide mishandeld met een mes. Een van de drie is volgens Julien de echte moordenaar van Jesse Dingemans.
Justitie heeft twee van de drie vermeende afpersers gehoord: Rasputin J. en Beslan I. De derde, Faisel Al-J., is niet opgespoord.
Spong richtte tijdens de zitting zijn pijlen op de alibi’s van de twee verhoorde verdachten. Rasputin J. zei aanvankelijk tegen de politie dat hij op 1 december boodschappen had gedaan in de Turkse supermarkt Ster. Volgens de advocaat wist J. zich veel details van het winkelen te herinneren. Verder hing hij die dag nog wat in huis rond, zei ook zijn vrouw tegen de politie.
Een krappe week later kwam Rasputin tegenover de politie met een „diametraal” ander verhaal, aldus Spong. Nu zei hij de hele dag via een uitzendbureau bij een kwekerij te hebben gewerkt. Zijn baas bevestigt dat en Rasputins naam komt voor op een registratieformulier.
Spong vertrouwt het niet. „Niet uitgesloten kan worden dat dit alibi in een week kunstmatig is gefabriceerd.”
Ook de andere vermeende afperser, Beslan I., zou volgens de advocaat draaien met zijn alibi. Eerst verklaarde hij op 1 december de hele dag thuis te zijn geweest. Later meldde hij de politie dat hij om twee uur ’s middags in Rijswijk is geweest om theorie-examen te doen.
Op verzoek van de raadsman zullen de twee mannen binnenkort bij de rechter-commissaris aan de tand worden gevoeld.
Sceptisch was Spong ook over de fotoconfrontatie die drie getuigen hebben gekregen. Uit een serie moesten ze de foto van Julien C. pikken. Alle getuigen, onder wie een vroegere buurman van C., herkenden de verdachte.
De advocaat bracht in stelling dat de confrontatie niet volgens de regels is verlopen. Zo is er geen verslag gemaakt van de non-verbale communicatie van de getuigen tijdens het aanwijzen van de bewuste foto. „Non-verbale kenmerken zijn bijvoorbeeld hand- en armbewegingen waarmee het spreken gepaard gaat, het aankijken of wegkijken van de verbalisant, lachen of glimlachen tijdens het gesprek.”
De rechtbank stemde er op verzoek van de raadsman in toe dat rechtspsycholoog P. J. van Koppen of een andere deskundige de fotoconfrontatie onder de loep neemt. „Mijn cliënt krijgt mogelijk een straf van dertig jaar of levenslang. We zullen in deze belangrijke zaak de hoogst mogelijke zorgvuldigheid moeten betrachten. We kunnen het ons niet veroorloven dat er een vlekje aan dit proces zit.”
Officier van justitie P. Emmen verzette zich tevergeefs tegen het raadplegen van een deskundige. Volgens de aanklager volstaat het als de rechtbank zelf een oordeel over de confrontatie geeft.
Julien C. zal begin april in het Pieter Baan Centrum worden opgenomen voor observatie. Op 23 mei volgt een tweede pro-formazitting. De inhoudelijke behandeling van de strafzaak staat voor augustus gepland.