Door de winning van gas en ook zout in het gebied daalt de bodem veel sneller dan gedacht.„We moeten het niet bagatelliseren, maar het is ook niet zo dat de dijken op doorbreken staan”, aldus een zegsman van het ministerie van Economische Zaken maandag.

De bodemdaling heeft onder meer tot gevolg dat bij forse regenval het water niet snel genoeg kan worden weggepompt. Daarom moeten dijkjes, pompen, gemalen worden aangepast en dat kost miljoenen euro’s. „Het betrokken gasbedrijf Vermillion gaat met het waterschap om de tafel om tot een oplossing te komen. Meestal komt zo’n oplossing er wel. Het ministerie kan overgaan tot stopzetting, maar dat is het uiterste middel”, zei de woordvoerder.

Vorige week bleek uit een brandbrief van het Friese waterschap aan het ministerie dat de bodem al 13 centimeter is gezakt. De verwachting was een daling van maximaal 8 centimeter.

De Fryske Nasjonale Partij (FNP, Friese Nationale Partij) wil dat de provincie Friesland actie onderneemt. Volgens de regionale partij zou de provincie aangifte moeten doen bij het openbaar ministerie of naar de bestuursrechter moeten stappen. „De minister van Economische Zaken moet handhavend optreden als de vergunningsvoorwaarden worden overtreden. De minister doet dat nu niet. Moeten de burgers in het gebied die schade lijden dat op de minister gaan verhalen?” zo vraagt FNP-Statenlid Douwe Bijlsma zich af.