De aversie tegen elkaars geuren zou mogelijk een natuurlijke bescherming bieden tegen incest.

Bij de studie werden leden van 25 gezinnen met kinderen tussen de 6 en de 15 jaar gevraagd te ruiken aan gedragen T-shirts van familieleden die werden bewaard in een plastic zak. Ook mochten ze hun neus steken in een zak waar een kledingstuk van een vreemde in lag.

De meeste mensen konden de geur van hun familieleden wel herkennen, maar gaven over het algemeen aan de geur van een vreemde „te prefereren.” Dit gold met name voor moeders. Kinderen vonden vooral de geur van hun vaders vies.

Overigens konden kinderen jonger dan 9 jaar de geur van hun moeder niet onderscheiden van een ’vreemde’. Een uitzondering vormden jongens die borstvoeding hadden gekregen. Alle kinderen herkenden hun vader, zo meldde het blad New Scientist donderdag.

Volgens de onderzoekers wijst het onderzoek mogelijk uit dat de weerzin tegen geuren van familieleden deel uitmaakt van een mechanisme dat incest voorkomt. Een aanwijzing hiertoe is dat broers en zusters aangaven elkaars geuren niet lekker te vinden, terwijl kinderen van dezelfde sekse uit hetzelfde gezin dit niet deden.

Daarnaast is het mogelijk dat jonge tieners de geur van hun vaders extra onaantrekkelijk vinden, omdat zij onbewust de drang hebben om zich van het gezin los te maken en onafhankelijk te worden.