Kwartet moet hulpboycot Palestijnen opgeven
De omstandigheden in de bezette Palestijnse gebieden kunnen bijna niet slechter. Daarom is het zaak dat de EU-lidstaten druk uitoefenen op Israël om de achtergehouden belastingsinkomsten van de Palestijnse Autoriteit vrij te geven, stelt Jeremy Hobbs.
De armoede in de bezette Palestijnse gebieden stijgt snel. Basisvoorzieningen als onderwijs en gezondheidszorg storten in. De kans op vrede wordt minder en het onvermogen van de Palestijnse Autoriteit om basisvoorzieningen te leveren, wegens een gebrek aan geld, maakt de conflicten tussen Palestijnen onderling veel erger.Het Kwartet voor het Midden-Oosten, dat wordt gevormd door de Verenigde Staten, de Europese Unie, de Verenigde Naties en Rusland, dient de oogkleppen af te doen en de schade te bezien die het beleid veroorzaakt bij gewone Palestijnse gezinnen. Het gebruik van internationale hulp als stormram om politieke veranderingen af te dwingen is niet alleen immoreel maar ook contraproductief. Terwijl de bloedarmoede van de Palestijnse Autoriteit steeds erger wordt, omdat Israël beslag heeft gelegd op de belastinginkomsten en de westerse gemeenschap een embargo op de hulp heeft ingesteld, blijft vrede een droom en een verre werkelijkheid. Uiteraard heeft Israël bestaansrecht, als onderdeel van de tweestatenoplossing. Maar belangrijk is nu om het geweld en het beleid dat het menselijke lijden verergert, stop te zetten.
In 2005 ontving de Palestijnse Autoriteit 814 miljoen dollar aan invoerheffingen en belastingen die Israël had geïnd, plus 348 miljoen dollar aan internationale hulp en bijna 394 miljoen dollar aan belastingsinkomsten binnen de eigen grenzen. Sinds de verkiezing van Hamas is de begroting van de Palestijnse Autoriteit met twee derde omlaaggegaan als gevolg van Israëls achterhouding van belastingen en het hulpembargo van het Kwartet. Dit beleid heeft gigantische gevolgen. Het veroorzaakt een sociale crisis, die de gezinnen in de bezette Palestijnse gebieden treft. Daarom moet het Kwartet druk uitoefenen op Israël om de achtergehouden belastingsinkomsten van de Palestijnse Autoriteit vrij te geven en alle Palestijnse fondsen over te maken.
Onzekerheid
Sinds 2006 is de armoede omhooggeschoten. Twee derde van de Palestijnen leeft nu in armoede: 30 procent meer dan vorig jaar. Het aantal gezinnen dat niet aan voldoende eten kan komen, is met 14 procent gestegen. Meer dan de helft van alle Palestijnen leeft nu in onzekerheid over de voedselvoorziening en is niet in staat om zonder de hulp zijn gezinnen van de dagelijkse behoeften te voorzien. Het zorgstelsel begint uiteen te vallen. Werknemers in openbare diensten, zoals artsen, verplegers, onderwijzers en politieagenten, worden het hardst getroffen. Zij hebben al sinds februari 2006 geen regelmatig inkomen gehad. De armoede onder hen is van 35 procent in 2005 tot 71 procent in 2006 gestegen. Volgens de Wereldbank waren de achterstallige salarisbetalingen voor werknemers in de publieke sector opgelopen tot 527 miljoen dollar in oktober 2006.
In een poging om een humanitaire crisis te voorkomen heeft de EU haar hulp uitgebreid en het Tijdelijke Internationale Mechanisme (TIM) opgezet om hulp aan de bezette Palestijnse gebieden te kunnen geven en tegelijkertijd de door Hamas geleide Palestijnse Autoriteit te omzeilen. Het TIM steunt een aantal van de meest behoeftige mensen, maar is niet in staat om in de behoeften van de meerderheid te voorzien. Het ondermijnt de Palestijnse structuren, is ineffectief en splijt de Palestijnse maatschappij.
Het gevaar dreigt dat dit tijdelijke mechanisme permanent wordt. Het voorstel van het Kwartet om het TIM uit te breiden leidt enkel tot een versnelling in de neergang van de Palestijnse structuren die het meest geschikt zijn om basisvoorzieningen te leveren. Het besluit van het Kwartet om het gekozen gezag fondsen te onthouden heeft vele Palestijnen ervan overtuigd dat het Kwartet zich niet echt inzet voor democratie in het Midden-Oosten.
De auteur is directeur van de internationale ontwikkelingsorganisatie Oxfam.