De Herder
Nadat de rechtvaardigen en de goddelozen voor de Rechter zullen zijn vergaderd en verschenen, zal er een scheiding zijn gelijk een herder de schapen van de bokken scheidt. Eenieder zie hier uit dat de Heiland zich met een herder vergelijkt. Die grote Herder heeft een zekere kudde die Hem door Zijn Vader is toebetrouwd. Hij heeft die kudde door het dierbare rantsoen van Zijn eigen bloed gekocht.
Hij brengt en leidt Zijn volk ook als schapen op de grazige weiden der bediening van het Evangelie. Hij brengt het aan de verse waterwellen der verkwikking. Hij laat Zijn volk op de vette heuvelen weiden en in zachte kooien liggen. Hij kent Zijn schapen ook zeer nauw, want Hij heeft hen met het zegel van Zijn Geest getekend. Zij dragen Zijn naam aan hun voorhoofd. Hij lokt hen met de stem van het Evangelie in hun oren en van de Geest in hun hart.Hij beschermt Zijn kudde als een trouwe Herder tegen de helse leeuw, de satan en zijn werktuigen, die de kudde van Christus vervolgen. Niemand kan ze uit Zijn hand rukken, want Hij heeft ze in beide handpalmen gegraveerd. Zijn ze verdwaald, Hij zoekt ze op en de gewonden en kranken in de kudde heelt en geneest Hij met de Balsem uit Gilead. Daarom kleedt Hij Zich ook als een herder met dezelfde wol.
Wilhelmus Ewald, predikant te Altona (Voorboden der eeuwigheid, 1736)