„Catechismus is veilige ankerplaats”
Een belijdenisgeschrift, een leerboek, een veilige ankerplaats ook. In het christelijke gereformeerde weekblad De Wekker sluit ds. G. van Roekel zijn serie artikelen over de actualiteit van de Heidelbergse Catechismus af. Deze keer bijdragen uit De Wekker, Opbouw en De Wachter Sions.
Ds. G. van Roekel: „De catechismus is ook een veilige ankerplaats omdat de catechismus -als belijdenis van de kerk- een ijkpunt is om nieuwe opvattingen en ontwikkelingen te toetsen. In die zin heeft de Heidelbergse Catechismus al eeuwen onschatbare diensten bewezen en doet hij dat vandaag nog. We bezien als gereformeerde christenen ontwikkelingen van de moderne tijd op een eigen manier: niet allereerst nieuwsgierig, ook niet allereerst bezorgd, en zeker niet neutraal, maar vanuit de belijdenis waarin we de grondlijnen van de Schrift terugvinden. En juist dan blijkt de actualiteit van de catechismus. Zowel in positieve als in kritische zin.Om het op een paar punten concreet te maken. Waar de moderne mens vooral ’emotiemens’ is, gericht op gevoel en ervaring, leren we van de catechismus inderdaad dat de mens meer is dan hoofd en hand - het gevoelsleven is wezenlijk voor de mens die naar het beeld van God geschapen is. Tegelijk leren we van de Heidelberger dat het gevoel niet normatief is, dat het gevoel door de genade van de bekering ook van karakter moet veranderen en dat het gevoel pas in de weg van de overgave aan de Here gelóófservaring wordt.
Een tweede voorbeeld: de moderne mens is niet alleen ’emotiemens’, maar ook hartstochtelijk op zoek naar geborgenheid, aanvaarding en bevestiging. Zeg maar: het besef dat je mag zijn wie je bent. Wordt deze notie vervolgens in religieuze sfeer getrokken, dan komt al snel een vriendelijk en vaderlijk godsbeeld tevoorschijn: de Here, die als de Vader van de verloren zoon hem ontvangt, aanvaardt en omhelst. Ook hier leert de catechismus ons evenwichtig te denken. De Here is inderdaad de God Die om Christus wil onze God en Vader wil zijn. Maar die radicale genadeleer is in de catechismus onafscheidelijk vervlochten met een radicale zondeleer. De Vader van de Here Jezus Christus is ook de heilige God, Die de schuldige mens tot verantwoording roept. Ten slotte is de Heidelbergse Catechismus veilige ankerplaats omdat hij ons bewaart bij de hoofdzaken van het Evangelie en bewaart voor een overmatige aandacht voor eigentijdse vragen. Die eigentijdse vragen zijn er; ik wees er al eerder op. Dat is ook goed - we zijn immers kerk in deze tijd. En dus zijn we geroepen om antwoord te geven op de uitdagingen van deze tijd: of dat nu om de plaats van Israël gaat of om de vraag naar de geestelijke gaven. Laten die vragen bestudeerd en besproken worden. Ook in onze kring. Maar dan vanuit een hartelijke verbondenheid aan het gereformeerde belijden.
Dan bewaart de catechismus ons voor modieuze theologie en prediking, alsof de vragen van vandaag de enige legitieme vragen zijn die gesteld kunnen worden. De catechismus leert ons dieper te steken dan de waan van de dag. Die vragen zullen we wel eerlijk en open onder ogen zien - voor krampachtig conservatisme of angst voor alles wat nieuw is, is geen enkele reden. En de regelmatige catechismusprediking biedt genoeg mogelijkheden om er vanuit de Schrift op in te gaan. Maar tegelijk: de regelmatige catechismusprediking bewaart ons voor overmatige aandacht voor eigentijdse vragen. Omdat hij ons bewaart bij de hoofdzaken van het Evangelie: de genade, het geloof, het gebod en het gebed.”
Opbouw
Anno 2007 kunnen in driekwart van de Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) vrouwen diaken worden, terwijl in de helft van deze kerken ook het ambt van ouderling voor vrouwen openstaat. Dat blijkt uit een belronde die het NGK-orgaan Opbouw deed langs de kerken.
„Sommige kerken hebben al geruime tijd vrouwelijke ouderlingen en diakenen. Zo kenden de kerken van Westbroek en Haarlem (voorheen behorend tot de Gereformeerde Kerken in Nederland) de vrouw in het ambt al voordat ze toetraden tot het Nederlands gereformeerde kerkverband. Maar in de meeste gemeenten deed de vrouwelijke ouderling pas haar intrede na het besluit van de Landelijke Vergadering van Lelystad in 2005. Verreweg de meeste kerken geven aan dat er bij de besluitvorming sprake was van een breed draagvlak in kerkenraad en gemeente voor de openstelling van beide ambten. Wel intensieve gesprekken en discussies, maar weinig spanningen, is het beeld dat oprijst. Toch zijn er ook gemeenten waarin een ouderling zijn ambt neerlegde of een gezin zich onttrok vanwege de openstelling van het ouderlingambt voor vrouwen.
In het grootste deel van deze kerken fungeren vrouwen ook daadwerkelijk in beide ambten. Maar in enkele gevallen is het besluit dat de ambten openstaan voor vrouwen in de praktijk niet geëffectueerd. Soms omdat men de pas inhoudt vanwege bezwaren in de eigen gemeente of vanwege de relatie met andere kerken, soms ook omdat vrouwen wel op tal zijn gezet, maar niet zijn verkozen.”
De Wachter Sions
Met ingang van volgend jaar mogen alleen erkende goededoelenorganisaties nog gebruikmaken van de fiscale vrijstellingsmogelijkheden die de wet biedt. Er gaat dus gecontroleerd worden door de Belastingdienst. L. M. P. Scholten kan zich niet aan de indruk ontrekken dat het onderzoek van de financiële aspecten van het kerkelijk leven aanleiding kan zijn tot inhoudelijke toetsing, schrijft hij in De Wachter Sions.
„Wat verstaat men bijvoorbeeld onder het algemeen belang? De instelling moet het algemeen belang dienen. Is het uitgesloten dat bijvoorbeeld de samenstelling van de kerkenraden (alleen mannen) aanleiding kan zijn voor de conclusie dat instellingen met zulke besturen per definitie niet het algemeen belang dienen?
Misschien dat sommigen in een eerste impuls zullen zeggen dat we er beter aan doen deze pottenkijkerij van de Belastingdienst in ons kerkelijk bedrijf niet toe te laten. Dat is een mogelijkheid. We zijn niet verplicht om deze erkenning aan te vragen door middel van een beschikking van de Belastingdienst. Maar we moeten dan wel goed beseffen dat zonder zo’n beschikking giften van particulieren aan kerken en diaconieën met ingang van volgend jaar niet meer aftrekbaar zullen zijn bij de inkomstenbelasting. Dat geldt ook voor giften van bedrijven in de vennootschapsbelasting. Maar het betekent ook dat kerken en diaconieën zonder beschikking hun vrijstelling van successierecht en schenkingsrecht zullen verliezen, en dat kan behoorlijk oplopen. En zo zijn er allicht nog wel meer gewichtige factoren die overdacht dienen te worden bij het nemen van een beslissing. Er is dus werk aan de winkel.
In dit verband is het voor de kerkenraden van belang om te weten dat het besluit van de minister de mogelijkheid omvat van een gemeenschappelijke aanwijzing van „een groep met elkaar verbonden instellingen.” Daarbij heeft de minister speciaal gedacht aan een verzoek gedaan door „de koepel van een bepaald kerkgenootschap.” In zo’n geval kan volstaan worden met één beleidsplan dat geldt voor alle tot de groep behorende instellingen. Deputaten voor de correspondentie met de hoge overheid zijn voornemens snel een aantal deskundigen op dit gebied uit onze ambtsdragers uit te nodigen voor nader beraad. Tevens zal het duidelijk zijn dat contact en overleg met andere kerkverbanden, om zo enigszins mogelijk één lijn te trekken, wenselijk is.”