Lawals advocaten zijn na het vonnis van maandag in beroep gegaan bij een hogere islamitische rechtbank. Daarna is nog een beroep mogelijk bij het hooggerechtshof. Dat zou leiden tot een confrontatie tussen constitutionele en religieuze gezagsdragers. Als het hooggerechtshof Lawal zou vrijspreekt, kunnen islamitische rechtbanken in de toekomst geen vergelijkbare vonnissen meer uitspreken.

Nigeria is ernstig verdeeld over de invoering van de islamitische wet, de sharia, die onder meer bepaalt dat dieven de hand moet worden afgehakt en dat overspel met de dood dient te worden bestraft. De voornamelijk door moslims bevolkte deelstaten voerden de sharia in 1999 in. Dat leidde tot botsingen met de christelijke minderheid waarbij honderden doden vielen.

Het vonnis van maandag riep internationaal grote verontwaardiging op. Regeringen en mensenrechtenorganisaties riepen de Nigeriaanse regering ertoe op afdoende maatregelen te nemen tegen de uitvoering van het vonnis en herhaling van een dergelijke juridische aanpak in de toekomst te voorkomen. „De wereld moet begrijpen dat deze regering mensenrechten hoog in het vaandel heeft”, zei minister Agabi. „We willen graag voldoen aan de internationale standaarden. Het gaat even duren voordat het zover is, maar we zijn vastbesloten.”