Nederlanders doodden bij gevechtscontacten
DEN HAAG (ANP) – De Nederlandse militairen in Uruzgan hebben de afgelopen negen dagen waarschijnlijk opnieuw vijandelijke strijders gedood bij drie gevechtscontacten. Dat heeft het ministerie van Defensie donderdag gemeld in het wekelijkse overzicht van de activiteiten in Afghanistan.
De pantserhouwitser, het zwaarste kanon van de Nederlandse krijgsmacht, werd op 20 februari ingezet om de opbouw van een hinderlaag te verhinderen. Dat gebeurde vlakbij Poentjak, de vooruitgeschoven patrouillebasis van de Nederlandse ISAF–militairen. Het kanon wordt weinig ingezet om granaten af te vuren. Vaker worden er lichtkogels mee afgevuurd om zicht te krijgen op de omgeving.Bij het vuren met granaten „zijn waarschijnlijk slachtoffers gevallen", aldus Defensie. Dezelfde formulering gebruikt Defensie ook bij de andere gevechtscontacten, onder meer bij een raketbeschieting op Poentjak zelf op 22 februari. Een ingezette Apache–gevechtshelikopter gebruikte het boordkanon, waarna het gevecht was beëindigd.
Op zondag 25 februari kwam een patrouille ten noordoosten van Tarin Kowt onder vuur te liggen van raketten. Daarop werd teruggeschoten, onder meer door een Apache.
Ook leverde een F–16–gevechtsvliegtuig luchtsteun aan een ISAF–eenheid bij Now Zad in Helmand. De F–16’s schieten vaker te hulp buiten Uruzgan.