Beraad op komst over situatie Irak
NEW YORK - De komende maanden vindt er een internationaal beraad plaats over stabilisering van de situatie in en rond Irak. Daaraan doen niet alleen Iraks buren Iran en Syrië mee, maar ook de VS.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, heeft dit dinsdag bevestigd in Washington.Dit betekent concreet dat de VS een diplomatieke reuzenzwaai hebben gemaakt, nadat de regering-Bush tot nu toe categorisch heeft geweigerd om met Syrië en Iran rond de onderhandelingstafel te gaan zitten.
Rice benadrukte dinsdag dat het hier geen Amerikaans initiatief betreft, maar een Iraaks initiatief en dat er met Syrië en Iran niet gepraat zal worden over bilaterale geschillen, maar over de situatie in Irak.
„Dit is een zeer positief initiatief van de regering in Bagdad en wij zijn ten volle bereid daaraan mee te doen”, aldus Rice. Zij zei er geen problemen in te zien om tijdens de komende beraadslagingen haar collega’s uit Iran en Syrië te ontmoeten.
Rice’ woordvoerder Sean McCormack sloot later op de dag niet uit dat de beraadslagingen over Irak eventueel de deur op een kier kunnen zetten voor verder bilateraal overleg tussen Washington, Teheran en Damascus.
„Wij sluiten geen enkele optie uit”, aldus McCormack in een formulering die de haviken in Washington tot nu toe in een heel andere betekenis gebruikten. Vicepresident Cheney gebruikte dezelfde woorden de afgelopen weken verschillende malen om te benadrukken dat Washington bereid is om militaire opties te overwegen, als mocht blijken dat Iran daadwerkelijk van plan is kernwapens te produceren. Ondanks het catastrofale Irakbeleid van Amerika behoort Cheney tot de hardliners in Washington die bij president Bush aandringen op ”verandering van regime” in Teheran.
Het was deze groep die na de septemberaanslagen in 2001 aandrong op een oorlog tegen Irak om een ander regime in Bagdad te vestigen. Bush volgde dat advies op, met als gevolg dat de Amerikanen in Irak nu in een schijnbaar uitzichtloze situatie verzeild zijn geraakt.
De gematigde stem van minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell werd overschreeuwd door Cheney en zijn ambtsgenoot van Defensie, Donald Rumsfeld. Powell werd na de verkiezingen van 2004 door Bush opzijgezet en vervangen door zijn vertrouwelinge Condoleezza Rice, die tot dat moment nationaal veiligheidsadviseur was.
Hoewel Rice verbaal het agressieve beleid van Bush leek te volgen, begon zij binnen de regering te pleiten voor meer ruimte voor diplomatie. De mogelijkheden daartoe werden aanzienlijk vergroot nadat Rumsfeld in november aan de kant was geschoven en werd vervangen door de gematigde voormalig CIA-chef Robert Gates.
Gates en Rice drongen er gezamenlijk bij Bush op aan om meer diplomatieke inspanningen te plegen om de precaire positie van Amerika in het Midden-Oosten te verbeteren.
In het kader hiervan moet men ook de recente inspanningen van Rice zien om het overleg tussen Israël en de Palestijnen weer op gang te krijgen en het akkoord met Noord-Korea over Pyongyangs nucleaire programma.
Betekent deze ontwikkeling het einde van de invloed van de haviken in Washington? „Wees voorzichtig, die geven niet zo makkelijk op. Maar het is duidelijk dat president Bush de gematigde vleugel binnen zijn regering meer ruimte geeft in de hoop op resultaten. Hij wil tenslotte ook nog met positieve resultaten gememoreerd worden in de Amerikaanse geschiedenisboekjes”, aldus politiek analist Michael O’Hanlon van het Brookings Research Instituut in Washington.
Is dit een puur Iraaks initiatief? „De Irakezen praten er al geruime tijd over, maar de vorm waarin dit beraad nu zal plaatsvinden is uiteraard besloten in nauw overleg met Washington”, aldus O’Hanlon. De eerste ronde van het beraad vindt in de eerste helft van maart plaats in Bagdad. Daarna volgt er in april of mei -waarschijnlijk elders- beraad op ministerieel niveau, waaraan Rice zal deelnemen.
Ook de Britten en Russen doen mee, want Bagdad en Washington besloten om niet alleen de permanente leden van de VN-Veiligheidsraad (VS, China, Rusland, Groot-Brittannië en Frankrijk) uit te nodigen, maar ook de leden van de G-8 (VS, Canada, Japan, Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Italië en Rusland).