Praten niet helemaal verleerd
De geruchten over een mogelijke aanval op Iran klinken steeds luider. De Amerikaanse onderzoeksjournalist Seymour Hersh beweerde begin deze week dat Washington een speciale groep heeft samengesteld die een concreet plan voor een offensief tegen de Islamitische Republiek moet voorbereiden. Als president Bush het groene licht geeft, zouden de Verenigde Staten binnen 24 uur met grootschalige bombardementen kunnen beginnen.
Het Pentagon ontkende uiteraard in alle toonaarden dat een dergelijk plan in de maak is. Hersh heeft het echter vaker bij het rechte eind gehad. Zo onthulde hij in 2004 dat Amerikaanse militairen Iraakse gevangenen in de beruchte Abu Ghraibgevangenis mishandelden. In 1968 bracht hij het nieuws naar buiten dat Amerikaanse troepen een slachting hadden aangericht in het Vietnamese dorpje My Lai, een bericht dat het einde van de Vietnamoorlog inluidde.Iran laat zich op zijn beurt ook niet onbetuigd. Teheran negeerde vorige week een ultimatum van de VN-Veiligheidsraad om zijn omstreden uraniumverrijkingsprogramma op te schorten. President Ahmadinejad vergeleek het Iraanse atoomprogramma met een „voortdenderende trein zonder rem of achteruit.”
De grote vraag is of die Iraanse trein daadwerkelijk zo snel voortraast en wat het eindstation zal zijn. Onomstotelijk bewijs dat Teheran op het produceren van kernwapens uit is, is er simpelweg niet. Ook al gunnen uitspraken van Ahmadinejad over de vernietiging van de staat Israël Iran niet het voordeel van de twijfel. Anderzijds hebben de ervaringen met Irak geleerd dat met beschuldigingen over het ontwikkelen van massavernietigingswapens voorzichtig moet worden omgesprongen.
De ervaringen met Irak, maar ook met landen als Noord-Korea, hebben echter ook geleerd dat sancties vrijwel nooit het gewenste effect sorteren. Pyongyang deed, ondanks internationale strafmaatregelen, vorig jaar een geslaagde kernproef. Wat dat betreft is er van het huidige beleid van de Veiligheidsraad in de kwestie Iran weinig heil te verwachten. Bovendien zitten twee permanente leden van de raad, China en Rusland, zeker niet op aanscherping van de sancties te wachten, gezien de grote economische belangen die zij in de Islamitische Republiek hebben.
Een militaire aanval op Iran zal de situatie in het Midden-Oosten nog veel verder verslechteren. Teheran laat er geen misverstand over bestaan dat het hard zal terugslaan, zodra de Verenigde Staten een offensief beginnen. De doelen van het Iraanse wapentuig laten zich raden: 140.000 Amerikaanse militairen in Irak en natuurlijk de staat Israël. Ook Jeruzalem heeft bij herhaling verzekerd dat het genadeloos zal reageren, desnoods met nucleaire middelen, wanneer de eerste Iraanse raket op Israëlisch grondgebied landt. Wat de gevolgen daarvan kunnen zijn, laat zich eveneens raden.
Er is nog een derde mogelijkheid: rechtstreekse diplomatie tussen Washington en Teheran. Een inclusief beleid in plaats van een voortdurende confrontatiepolitiek. Dat zal niet meevallen voor president Bush en de zijnen. De recente deal met Noord-Korea heeft echter laten zien dat het Witte Huis het praten nog niet helemaal is verleerd.