Bewijsvoering voor ”graf van Jezus” flinterdun
EDE - Filmmakers beweren in Jeruzalem het graf van ”de heilige familie” ontdekt te hebben. Stenen grafkisten met de namen Jezus, Jozef en Maria moeten het bewijs vormen. En dat er twee Maria’s begraven lagen, is volgens de filmmakers een archeologisch argument voor ”De Da Vinci Code”, waarin sprake is van een relatie tussen Jezus en Maria Magdalena.
De vondst werd vrijdag wereldkundig gemaakt. Dankzij een boek, een uitgebreide website en een mediapresentatie van de kisten, is er inmiddels volop publiciteit voor. Maar hoe zit het met de wetenschappelijke onderbouwing?Achter de ontdekking zit een hele geschiedenis. In Jeruzalem zijn in 1980 tien stenen grafkisten (ossuaria) gevonden in de wijk Talpiot. Op zes ervan staan namen die de lezers van het Nieuwe Testament bekend voorkomen. De opvallendste is ”Jezus, de zoon van Jozef”. Daarnaast komen voor: Maria, Maria de meester, Matia (Matthéüs) en Jose/Josa (Jozef). Tevens is er een ”Juda, zoon van Jezus”.
De opgraver is reeds geruime tijd overleden en de kisten zijn in een museum opgeslagen. In 1986 ontdekte een groep filmmakers de verzameling, toen is er ook reeds een film geproduceerd. In feite kwamen zij in het museum twee kisten tegen met de vermelding ”Jezus, zoon van Jozef”.
De eerste vondst werd in 1931 in Berlijn bekendgemaakt en deed internationaal veel stof opwaaien. Maar de groep filmmakers die nu in de publiciteit is getreden, had voorkeur voor het fraaiere tweede exemplaar en de combinatie met de genoemde namen.
Amos Kloner, expert op het gebied van graven in de eerste eeuw van onze jaartelling, vond het toen al ongeloofwaardig dat dit het graf van ”de heilige familie” zou zijn. Hetzelfde geldt voor mevrouw Tal Ham, deskundige op het gebied van namen in de tijd van het Nieuwe Testament. Ondanks hun bezwaren wordt nu elf jaar later met veel publiciteit het afgewezen standpunt herhaald.
Wat zijn de belangrijkste bezwaren? In de eerste plaats dat de gevonden namen zeer veel voorkwamen in de eerste eeuw. De naam Maria was de meest gebruikte vrouwennaam. Bij mannen scoort Simon het hoogst (minstens 250 voorbeelden zijn bekend) en Jozef geldt als tweede. Het is waar dat de naam Jesua (Jezus) minder vaak voorkwam, maar toch ook heel wat keren (vergelijk Jozua). Dus wie weet welke familie bedoeld wordt, en dat in een flinke tijdsperiode ergens in of rond de eerste eeuw?
Ten tweede is het duidelijk dat het gevonden graf geruime tijd in gebruik geweest is en dat het eigendom was van een rijke familie. De familie van Jezus leefde in een betrekkelijk korte periode en bovendien waren Jozef en Maria betrekkelijk arm, zoals blijkt uit hun offer van duiven in de tempel. Ter vergelijking kunnen de ossuaria van de rijke familie van de hogepriester Kajafas dienen, ook al zijn die rijker versierd.
Bovendien is het onwaarschijnlijk dat de familie uit Nazareth in Jeruzalem begraven werd. Als we al een begraafplaats in Jeruzalem moeten aannemen, is het graf van Jozef van Arimathea -mogelijk de plaats van de huidige Grafkerk in Jeruzalem- aannemelijker dan een graf in de wijk Talpiot, 5 kilometer buiten Jeruzalem.
Nog iets over Maria Magdalena. Terwijl alle namen met Hebreeuwse letters geschreven zijn, is dat bij de tweede Maria in het Grieks gedaan. Letterlijk staat er: ”Mariamene e Mara”. De toevoeging ”Mara” duidt op de belangrijke positie die zij innam. Hoe gaan de hedendaagse filmmakers op hun website om met dit gegeven? Zij schrijven: „In de periode na de ”Da Vinci Code” weet iedereen dat de tweede Maria in Jezus’ leven Maria Magdalena was.”
Als argument wordt aangevoerd, evenals elf jaar daarvoor, dat in de Handelingen van Filippus, een gnostisch geschrift uit de vierde eeuw, de relatie tussen Jezus en deze Maria wordt gelegd. Wellicht dat er -stelt men- toch wat waar is van de geheimzinnige legenden in de kringen van de tempeliers over vorsten die beweren af te stammen van een zoon van Jezus en Maria.
Vervolgens zijn er DNA-tests uitgevoerd waaruit blijkt dat ”Jezus, zoon van Jozef” en deze Maria niet genetisch verwant zijn. Omdat ze in hetzelfde graf liggen, zullen ze dan wel getrouwd zijn geweest.
Een dergelijke methode van redeneren, is echter sterk aanvechtbaar. De zeer kleine resten DNA, omdat de beenderen niet meer aanwezig zijn, maken onderzoek erg moeilijk. Hoe zijn de andere personen met elkaar verbonden? Strikt genomen zijn er nog heel veel andere combinaties van personen mogelijk. Waarom horen we alleen van deze negatieve uitslag? Waarom niets over de andere resten? Is er DNA-overeenkomst tussen de eerste Maria en ”Jezus, zoon van Jozef”?
Kwalijk en volstrekt onwetenschappelijk is het dat men direct de tweede Maria identificeert met Maria Magdalena. Waarom kan het geen andere vrouw zijn? Duidelijk is dat de filmmakers de relatie met ”De Vinci Code” gretig aangrijpen om mee te liften in de huidige belangstelling voor gnostiek. Ze openen op hun website wel de gelegenheid om te reageren, maar het valt te vrezen dat ze meer uit zijn op kassucces dan op een betrouwbaar beeld van het verleden.
Het bericht in 1931 trok aandacht, het nieuws van 1996 eveneens. Maar in deze tijd is de westerse mens meer geïnteresseerd in alternatieve geestelijke stromingen. Romans en films die iets doen met godsdienst, een waas van geheimzinnigheid hebben en tegen de gevestigde kerken ingaan, verkopen goed. Zoals bleek bij ”De Da Vinci Code” hebben de meeste lezers te weinig kennis van zaken om het pseudo-wetenschappelijke karakter te doorzien.
Bij aanvallen op het christelijke geloof zijn er meestal wel tegenargumenten aan te voeren. Daar bovenuit stijgt de zekerheid van het geloof: „Christus is waarlijk opgestaan.”