Voetbalclub ontslaat evangelische trainer
EDE - De Edese voetbalclub Blauw Geel ’55 heeft de evangelische pupillentrainer Roeland von Schükkmann ontslagen. Puur omdat hij zijn trainingen sinds kort met gebed opende en besloot, zegt hij zelf. Volgens de club vormde dat alleen de druppel.
„De hele kwestie is opgeblazen vanwege het geloof”, vindt jeugdvoorzitter Riny Werkman. „Het bidden van Roeland was niet de oorzaak.”Volgens Werkman hield Von Schükkmann zich niet aan de trainingstijden, waardoor de ploegen die na hem aan de beurt waren niet het veld op konden. „Hij gaat maar door, hij is een voetbalfanaat.” Ook pakte hij vaak verkeerde ballen uit de kast. Andere trainers raakten daardoor geïrriteerd en dreigden op te stappen, aldus Werkman.
Von Schükkmann, die twee keer in de week trainingen geeft bij de club, waarvan zo’n 70 procent een christelijke achtergrond heeft, bad maandag precies twee weken geleden voor het eerst op de training.
„Die zondag ervoor kreeg ik een hemels idee”, zegt de trainer uit Doorwerth die al zo’n zes jaar ’s zomers naar Albanië trekt om voetbaltrainingen te geven en te evangeliseren. „Plotseling werd op mijn hart gebonden dat ik met de kinderen moest bidden.”
Dat schoot de voetbalclub in het verkeerde keelgat. Al bij zijn aanstelling in augustus vroeg Werkman hem niet te evangeliseren. Werkman: „Nadat we hoorden dat Roeland bad, zeiden we hem: Roeland, dit vinden we niet prettig. We zijn een neutrale vereniging.” Ouders klaagden bij ons, zegt de voorzitter. „Ik vind zelf niet dat je met bidden iemand lastig valt, maar sommige ouders zien dat zo.”
Toen Von Schükkmann de woensdag erop weer bad, belde Werkman hem op dat hij was ontslagen. De trainer is vol onbegrip. Zeker dat de voorzitter hem belde en de boodschap niet persoonlijk bracht, ergert hem. Bovendien veegt hij de aantijgingen van Werkman van tafel. Te lang trainen? „Dat doet iedereen. Ik train hooguit tien minuten langer door.”
Ook aan het feit dat hij verkeerde ballen zou pakken, tilt hij niet zo zwaar. Hij is nooit duidelijk geïnstrueerd over de ballen en bovendien liggen ze vaak op de verkeerde plek, stelt hij. „So what? Al zou ik verkeerde ballen pakken, is dat zo’n crime?”
De trainer is overtuigd van zijn deskundigheid en de juistheid van zijn gedrag. „Ik ben een toptrainer, heb niemand aangerand. Ik breng de kinderen normen en waarden bij, ze mogen niet vloeken en schelden. Ik was een levende brief van de Bijbel.”
Overigens twijfelt Werkman niet aan Von Schükkmanns deskundigheid. „„Je bent een enorm goeie trainer”, zei ik tegen hem. „Maar ga bij een kleine club. Daar kun je je eigen gang gaan.”