Tijdsdruk
Veel mensen vinden dat ze druk zijn. Er wordt tegenwoordig veel van je verwacht en de tijd vliegt je door de vingers. „Druk, druk, druk” is nogal eens de reactie van mensen als je vraagt hoe het met ze gaat. In een aantal gevallen fungeert die uitroep als statussymbool. Door duidelijk te maken dat je erg druk bent, beklemtoon je hoe belangrijk je wel moet zijn. Zelfs vutters en gepensioneerden roepen soms dat ze toch zo druk zijn om daarmee aan te geven dat ze nog heus niet zijn uitgerangeerd.
Maar is er los van dit soort motieven ook niet sprake van een reële versnelling van het levenstempo? Dat zou best kunnen, al moeten we daarbij wel bedenken dat reeds in de tweede helft van de negentiende eeuw geklaagd werd over het drukke leven. Voor ons gevoel was dat een tijd dat er weinig gebeurde en alles langzaamaan ging. De tijd van de stoomtrein en paardentram.Toch klaagde men toen over de toename van het aantal zenuwzieken als gevolg van het jachtige levenspatroon. „Een werkzaam mensch uit de beschaafde wereld verricht tegenwoordig zeker vijfentwintig maal meer arbeid, dan een halve eeuw geleden van hem verlangd werd”, zo schreef een Duitse medicus in 1893.
In de huidige situatie wordt vooral gewezen op de hoge werkdruk en de opgevoerde competitie in het bedrijfsleven en elders. Mobieltjes, e-mail en internet betekenen een belangrijke versnelling van de communicatie. Maar ze houden ook in dat mensen altijd bereikbaar (moeten) zijn en dat van hen verwacht wordt dat ze snel reageren. En de groei van het aantal tweeverdienershuishoudens brengt jonge ouders vaak onder grote tijdsdruk.
Een paar jaar geleden werd in Vlaanderen een omvangrijk onderzoek gehouden naar de tijdsbesteding en de tijdsdruk. Meer dan 1500 mensen tussen de 16 en de 75 jaar hielden een week lang precies bij waaraan ze hun tijd besteedden. Maar ook moesten ze opgeven of ze zelf vonden dat ze het druk hadden.
De objectieve en de subjectieve tijdsdruk bleken twee verschillende zaken te zijn. Een aantal mensen (tweeverdieners, alleenstaanden, ondernemers) is inderdaad echt druk. Maar een veel grotere groep ervaart een hoge subjectieve tijdsdruk. In Nederland zal dat wel niet anders zijn.
Hoe komt dat? Dat heeft te maken met de teloorgang van traditionele verbanden en traditionele beperkingen. Er kan tegenwoordig veel meer, dus er moet meer. Althans een modern mens wil meer.
Zo kunnen mensen meer dan vroeger thuiswerken. En daarom doen ze dat ook. Moeders willen tegenwoordig een echte baan. Het gestegen inkomen geeft meer consumptiemogelijkheden. Vakanties moeten iets bijzonders zijn en ook in het weekend wil men wat beleefd hebben.
Interessant is met name de conclusie uit het Belgische onderzoek dat bij mensen met betrekkelijk weinig vrije tijd een stijging van de geldmiddelen gepaard gaat met een stijging van de tijdsdruk. Het wordt voor hen een race om in de beperkte vrije tijd die ze hebben zo veel mogelijk verschillende activiteiten te ontplooien.
De enige manier om echt te onthaasten is om dingen te laten vallen. Je moet niet alles willen, ook al past dat bij het moderne levenspatroon. Blijf baas over je eigen tijd. Dat helpt volgens de onderzoeker meer dan de aanschaf van een vaatwasmachine, hoe handig ook.
Zijn mensen in de gereformeerde gezindte drukker dan anderen omdat zij ook allerlei kerkelijke activiteiten hebben? Waarschijnlijk wordt dat extra tijdsbeslag (als je dat zo noemen mag) meer dan gecompenseerd door een ander uitgaanspatroon en het minder buitenshuis werken van gehuwde vrouwen. Evenzo geldt dat de zondag als rustdag een waardevol geschenk is met het oog op de onthaasting.
Maar een sterk en Bijbels gemotiveerd roepingsbesef kan ook leiden tot een te omvangrijk takenpakket dat veel stress oplevert en soms een burn-out teweegbrengt. In ieder geval moeten we beseffen dat de tijd die ons gegeven is een voorbereiding moet zijn op de grote eeuwigheid. Alleen dan hanteren we de juiste prioriteiten. De Bijbel spreekt ervan dat we de tijd moeten uitkopen, dewijl de dagen boos zijn (Éfeze 5:16).
De auteur is oud-hoofdredacteur van het RD.
Reageren? gedachtegoed@refdag.nl