Sinds dit schooljaar bepaalt het opleidingsniveau van de ouders hoeveel geld een school krijgt om leerlingen met een achterstand bij te spijkeren. Maar volgens voorzitter Barth van vakbond CNV Onderwijs hebben veel scholen moeite om de juiste gegevens te achterhalen.Ouders moeten een formulier ondertekenen waarop zij aangeven welke diploma’s zij hebben behaald. Zij laten dit echter vaak na omdat ze analfabeet zijn of zich schamen voor een lage opleiding. Soms geven ze een te hoge opleiding op. Ook is niet altijd duidelijk wat een buitenlands diploma waard is.

Barth zegt veel signalen van scholen te hebben ontvangen over de rompslomp die het nieuwe systeem met zich meebrengt. Hoe groot de schade is die scholen lijden omdat ze geld mislopen waar ze wel recht op hebben, kan ze niet zeggen. Barth noemt het systeem ook fraudegevoelig omdat het opleidingsniveau moeilijk te controleren valt. Ze heeft geen weet van scholen die creatief met de regels omgaan, maar heeft er wel begrip voor als scholen dat doen.

Voorheen was het vooral de afkomst van het kind die meetelde bij het uitdelen van het achterstandsgeld in de zogeheten gewichtenregeling. Op zich was CNV Onderwijs voor het schrappen van afkomst in de regeling, maar Barth is nu bang dat de nauwkeuriger regels hun doel voorbij schieten.

Een woordvoerder van staatssecretaris Dijksma (Onderwijs) laat weten dat de staatssecretaris de klachten serieus neemt en binnenkort met het onderwijsveld over de kwestie gaat praten.