Thais verzet tegen Japanse vuilstort
BANGKOK (IPS) - Milieuorganisaties in Thailand verzetten zich tegen de import van bergen afval uit Japan. Het vrijhandelsakkoord waarover de twee landen onderhandelen, zou ook de deur openzetten voor die omstreden handel.
Japan zoekt in heel Zuidoost-Azië oplossingen voor de overstelpende hoeveelheden afval waar het mee kampt. In het ontwerp voor het vrijhandelsakkoord, dat deze week door het Thaise parlement werd behandeld, is onder meer sprake van de import van metaalslakken, restafval uit verbrandingsovens, ziekenhuisafval en residu’s uit de chemische sector. Dit zijn allemaal giftige en zwaar vervuilende stoffen.Milieugroepen en tegenstanders van het vrijhandelsakkoord vinden elkaar in hun protest. „We worden het slachtoffer van een handelsbeleid dat door de rijke landen wordt opgedrongen”, zegt Penchom Saetang, de coördinator van het niet-gouvernementele Netwerk van de Campagne voor Alternatieve Industrie (CAIN). „Dit maakt deel uit van de Japanse plannen om zijn afvalverwerkende industrie uit te bouwen in Zuidoost-Azië, met inbegrip van de verwerking van gevaarlijk afval.”
„Japan wil de Thaise invoertarieven op afvalproducten omlaagbrengen, zodat het zijn afval hier makkelijker kwijt kan raken”, zegt Witoon Liancharoon, een woordvoerder van FTA Watch. Die groep voert campagne tegen bilaterale vrijhandelsakkoorden.
Witoon denkt zelfs dat Tokio Bangkok wil dwingen af te zien van zijn recht om ladingen gevaarlijk afval tegen te houden. „Het investeerdershandvest uit het geplande akkoord bevat verschillende bepalingen die Japanse ondernemingen die investeren in de verwerking van gevaarlijk afval moeten beschermen. Thailand zal de bescherming die bestaande multilaterale milieuakkoorden bieden, niet meer kunnen inroepen als er problemen opduiken.”
Japan exporteerde de voorgaande jaren al belangrijke hoeveelheden afval naar Thailand. Het begon met 54 ton in 2002, maar de hoeveelheid steeg tot 350.000 ton in 2004. Wat er precies met dat afval gebeurt, is volgens Penchom een goed bewaard geheim. Volgens hem zit er vrijwel zeker een luchtje aan het afval dat Japan uitvoert. In de jaren ’90 werd Japan opgeschrikt door schandalen rond verbrandingsovens die onder meer dioxines verspreidden.
Ook in een vrijhandelsakkoord met de Filipijnen waarover de Filipijnse Senaat zich binnenkort moet uitspreken, heeft Tokio passages ingebouwd die de export van afval mogelijk maken.
„De Filipijnen mogen dat akkoord niet ratificeren voordat alle bepalingen over het storten van giftig afval en kernafval eruit zijn gehaald”, oordeelt Von Hernandez, campagnedirecteur van Greenpeace Zuidoost-Azië. „Voor een land als Japan is het immoreel gevaarlijk afval te dumpen in landen die niet eens de middelen en de uitrusting hebben om hun eigen afvalproblemen onder controle te krijgen.”
Andere rijke landen als de VS, Australië, Groot-Brittannië, Nieuw-Zeeland, Canada en Zuid-Korea maken gebruik van mazen in de internationale wetgeving om gevaarlijk afval naar Zuidoost-Azië af te voeren. Sinds 1992 verbiedt de conventie van Basel eigenlijk elk transport van gevaarlijk afval van rijke landen naar ontwikkelingslanden. Maar volgens Greenpeace verscheept Groot-Brittannië bijvoorbeeld elk jaar bijna 23.000 ton elektronisch afval naar Zuidoost-Azië, India en China.