Het gaat om de 7 kilometer spoor tussen Budel en Weert die recentelijk volledig is vernieuwd.Dat meldde een woordvoerder van spoorbeheerder ProRail dinsdag naar aanleiding van een brief die minister Peijs van Verkeer aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. Vanaf half maart kunnen transportondernemingen acht treinen per week over de spoorlijn laten rijden.

„Het fysieke werk is gedaan”, aldus de zegsman van ProRail. „Het ballastbed, de dwarsliggers en de rails zijn vernieuwd.” Het tracé beschikt niet over een bovenleiding en is dus alleen geschikt voor dieseltreinen.

De afgelopen decennia werd slechts sporadisch gebruikgemaakt van het spoor tussen Budel en Weert. Onderhoud vond nauwelijks plaats, waardoor het tracé er verwaarloosd bij kwam te liggen. Wel reden er regelmatig treinen tussen België en de zinkfabriek in Budel (voorheen Budelco).

België wil al lange tijd dat de IJzeren Rijn tussen de haven van Antwerpen en het Roergebied in Duitsland weer in gebruik wordt genomen. De historische lijn is vooral omstreden doordat het tracé ten oosten van Roermond door Nationaal Park De Meinweg voert.

De gemeenten langs het spoor, landelijke politici van verschillende partijen, milieuorganisaties en omwonenden verzetten zich tegen heropening van de spoorverbinding.

In mei 2005 bepaalde het Permanent Hof van Arbitrage in Den Haag dat de spoorlijn mag worden heropend. Nederland en België moeten de kosten van een tunnel onder De Meinweg samen betalen. Het is nog volstrekt onduidelijk wanneer dit deel van de IJzeren Rijn klaar is.

Het gedeelte dat nu klaar is, biedt Belgische vervoerders overigens al een interessant alternatief voor de weg en andere spoorroutes. Het Belgische bedrijf Dillen & Lejeune Cargo wil in eerste instantie twee treinen per dag over het vernieuwde stukje spoor laten rijden, onder meer naar de Nedcarfabriek in het Limburgse Born.