Tegengas
Welke zichzelf respecterende grootheid rapt er tegenwoordig niet? Voormalig minister van Justitie Donner, ChristenUnievoorman Rouvoet, VVD-coryfee Nijpels: allen werpen een rap in de strijd om hun boodschap aan het volk over te brengen. De stoterige teksten moeten met name jongeren lokken.
In de zoektocht naar aspirant-agenten heeft ook de Amsterdamse politie het rapmiddel gevonden. Het korps maakte maandag bekend dat er de komende maand drie feesten met rapwedstrijden worden georganiseerd. De finale heeft plaats op een groot wervingsfestijn in de Heineken Music Hall in Amsterdam.„De rap is een middel om een belangrijke doelgroep, onder meer jongere allochtonen, te bereiken”, zegt politiewoordvoerder R. Gerretsen. „Het korps moet een afspiegeling vormen van de bevolking.”
Van een aspirant-agent mag je toch verwachten dat hij zijn keuze om bij de politie te gaan werken, niet laat bepalen door een rap?
„Nee. Die wedstrijd is slechts een middel om met jongeren in contact te komen. Het moet ertoe leiden dat de jongeren in gesprek gaan over mogelijk toekomstig werk bij de politie.”
De politie zal toch niet altijd blij zijn met het wereldje rond de rapscene?
„Ik denk dat dat achterhaald is. Het woordgebruik in rap is anders dan voorheen. Wij zullen er streng op toezien dat er geen banale taal wordt gerapt. Agenten rappen trouwens niet zelf.”
JV
Duiveldans
Ze gelden als een Mekka voor orgelliefhebbers: de Grote Kerk in Alkmaar, de Stevenskerk in Nijmegen en de Oude Kerk in Amsterdam. In mei en juni vormt hun interieur echter het decor voor een serie theatervoorstellingen. Het thema? De duiveldans. Pianisten voeren deze werken uit met steun van choreografen (dansers). Artistiek leider is Bastiaan Brink, zelf pianist.
Een duiveldans in de kerk?
„De titel deed bij sommige stichtingen die de kerken beheerden wel de wenkbrauwen fronsen. Maar na het lezen van de projectbeschrijving gingen ze allemaal overstag. Anders dan de titel vermoedt, gaan de voorstellingen namelijk niet over de duivel. De optredens verbeelden de verweving van licht en duister in het menselijk bestaan. In die zin was ook de titel engeldansen te verdedigen geweest.”
Komt zo’n voorstelling in een kerk goed tot z’n recht?
„Als wij ergens respectvol mee omgaan, is het met de locatie. Neem bijvoorbeeld duiveldans nr. III. Het is een prachtige afwisseling van majeure en mineure toonsoorten. Dat symboliseert de afwisseling van vreugde en verdriet.
Volgens mij is dat ook de beleving van de kerkbezoeker. Nu eens is de kerk een oord waar het geloof wordt beleefd met een uiting van vreugde, dan weer een toevluchtsoord in momenten van ellende en verdriet.”
JG