Blanke boeren Zuid-Afrika bedreigd
JOHANNESBURG (IPS) - Grote boeren in Zuid-Afrika maken zich zorgen over hun toekomst. De regering onteigende vorige week een eerste landgoed om de grond onder arme plattelandsbewoners te verdelen. Gaat Zuid-Afrika de weg van Zimbabwe op?
Fritz Ahrens werkt op de Sterkstroom sinds hij twintig jaar geleden de school verliet. Voor hem is de 200 hectare grote boerderij in Limpopo, in het noordoosten van Zuid-Afrika, meer dan een goede plaats om te werken. Veertig jaar geleden werd Ahrens er ook geboren. Samen met zijn vader produceert hij er nu litchi’s, macadamianoten en avocado’s. Het bedrijf heeft 46 arbeiders in dienst, een deel daarvan enkel tijdens de oogst.Maar Ahrens ziet de toekomst somber in. Andere Zuid-Afrikanen, die zeggen dat hun voorouders ongeveer honderd geleden werden verdreven uit het gebied, maken aanspraak op de Sterkstroom. „We voelen ons bedreigd. We willen doorgaan, maar wat is onze toekomst?” vraagt Ahrens.
Veel van de 43.000 grote boeren in Zuid-Afrika kunnen zich heel goed in Ahrens’ situatie verplaatsen. Vorig jaar maakte de Zuid-Afrikaanse regering duidelijk dat ze sneller werk wil maken van de landhervorming die ze in 1994 bij het einde van het apartheidssysteem had aangekondigd. Het doel blijft om tegen 2014 30 procent van de landbouwgrond over te dragen aan zwarte boeren. Dat moet de benadeling goedmaken die zwarte boeren ondervonden als gevolg van de vroegere rassenscheiding.
Voorlopig is maar 4 procent van de akkers en weiden overgedragen, zegt Ruth Hall, die aan de universiteit van de westelijke Kaapprovincie onderzoek verricht over de landkwestie.
Maar intussen heeft de regering op het gaspedaal geduwd. Minister van Landbouw en Landzaken Lulu Xingwana verkortte de maximale duur van de onderhandelingen tussen boeren en rechthebbenden tot zes maanden. De minister beschuldigde de boeren ervan de zaak op de lange baan te schuiven om zo het onderste uit de kant te halen.
„We moeten tegen 2008 nog 6000 dossiers afwerken”, zegt een woordvoerder van het ministerie van Landzaken. „We moeten de onevenwichtigheden uit het verleden aanpakken. Niemand moet zich geviseerd?? voelen.”
Ahrens vindt het principe verkeerd. „Waarom grond afnemen van productieve boeren? In de ”homelands” (afgelegen gebieden die tijdens de apartheid werden toegewezen aan de zware bevolking, IPS) liggen grote stukken landbouwgrond er ongebruikt bij. Ze zeggen dat het slechte grond is, maar geef hem aan mij, en ik zet er in tien jaar tijd een rendabele boerderij op.”
De meeste zwarte boeren kunnen niet zo zelfverzekerd doen. Ze hebben weinig eigen vermogen, waardoor ze bij banken niet zo makkelijk krediet kunnen opnemen.
Maar daar staat Ahrens niet bij stil. „De grote boeren produceren het voedsel dat 47 miljoen Zuid-Afrikanen nodig hebben. We willen niet de weg opgaan van Zimbabwe, dat voor het jaar 2000 nog 4500 blanke boeren telde en nu nog maar 200. Voedseltekorten zijn het gevolg. Nu stromen de Zimbabwanen Zuid-Afrika binnen op zoek naar werk.”
In Zimbabwe begonnen zwarte veteranen uit de onafhankelijkheidsoorlog van de jaren ’70 in 2000 met de bezetting van boerderijen van blanken. Die bewerkten twee decennia na de onafhankelijkheid nog altijd het overgrote deel van de goede landbouwgrond. De veteranen kregen vanuit politieke overwegingen alle steun van de regering in Harare.
Hall vindt dat Ahrens’ angst ongegrond is. „Een parallel met Zimbabwe is er niet. Zuid-Afrika heeft de nodige wetten en instituties. En volgens de Zuid-Afrikaanse wetgeving moeten er bij onteigeningen ook schadevergoedingen worden betaald.”
Hall vindt dat de landhervorming er moet komen. „Dit is een deel van het werk van de transitie dat is blijven liggen. Het is een belangrijk aspect van de overeenkomst die onze verzoening mogelijk maakte. Het is aan de staat om de landhervorming zo aan te pakken dat niemand nadeel ondervindt.”