Reus Rudie is een lelijk eendje
Titel:
”Waar is Walter?” geschreven door Charise Neugebauer, getekend door Michael Wrede; uitg. De Vier Windstreken, Voorschoten, 2002; ISBN 90 5579 631 X; 30 blz.; € 12,25. ”Reus Rudie”
Auteur: Birte Müller
Uitgeverij: De Vier Windstreken, Voorschoten, 2002
ISBN 90 5579 630 1
Pagina’s: 30
Prijs: € 12,25. ”Hallo vriend!!”, door Marcus Pfister; uitg. De Vier Windstreken, Voorschoten, 2002; ISBN 90 5579 655 7; 30 blz.; € 12,25. Titel: ”Ik wil lekker vies”
Auteur: Tony Ross
Uitgeverij: Sjaloom, Amsterdam, 2002
ISBN 90 6249 391 2
Pagina’s: 26
Prijs: € 10,95. ”Apollo rondom”, door Caroline Grégoire; uitg. C. de Vries-Brouwers, Rotterdam, 2002; ISBN 90 5341 336 7; 32 blz.; € 13,40.
”Smoezel heeft een slechte bui”, geschreven door Miriam Moss, getekend door Lynne Chapman; uitg. C. de Vries-Brouwers, Rotterdam, 2002; ISBN 90 5341 298 0; 22 blz.; € 13,95.
Titel: ”Mijn lievelingsboek”
Auteur: Anita Jeram
Uitgeverij: Lemniscaat, Rotterdam, 2002
ISBN 90 5637 411 7
Pagina’s: 28
Prijs: € 12,50.
Uitgeverij De Vier Windstreken scoort hoog als het gaat om leuke en verantwoorde prentenboeken, maar ook andere uitgevers brengen kwaliteit op de markt. Voor ouders is het kiezen een leuk avontuur, want veel verhalen voor kleintjes zijn ook voor volwassenen niet te versmaden. Sommige tekeningen neigen naar kunst en sommige verhalen naar literatuur.
In ”Waar is Walter?” kunnen kleuters zoeken naar verstopte dieren. Het nijlpaard Walter met zijn bolle buik wil graag meedoen met verstoppertje spelen, maar de andere dieren lachen hem hard uit. Ze zingen met z’n allen: „Wat is Walter rond en dik, veel dikker dan jij of ik.” Walter is verdrietig en lust zelfs het ijsje van oom Hugo niet.
„Ik mag geen ijs eten. Ik ben veel te dik”, zucht hij. Maar oom Hugo heeft een idee. Hij verstopt Walter en laat de andere dieren zoeken. In deze leuke plot kiekt het thema discriminatie om de hoek en de moraal is dan ook dat als de andere dieren Walter opsporen, ze hem opeens heel knap vinden omdat hij de beste verstopplaatsen weet. Hij staat namelijk ondersteboven in het aquarium en dat kunnen alleen nijlpaarden natuurlijk. Kinderen moeten zelf goed zoeken om op de prachtige tekeningen de verstopte dieren te vinden. Een heerlijk zoekboek.
Enigszins vergelijkbaar is het verhaal over Reus Rudie, die drie muizenzusjes heeft. Ze plagen hem eensgezind omdat hij veel groter is dan zij en ze doen expres spelletjes waardoor Rudie zich lomp en onhandig voelt. „Als zijn zusjes aan het hinkelen waren, zat Rudie aan de kant. Bedroefd keek hij naar zijn grote voeten.” „Waarom ben ik zo groot en lelijk”, vraagt hij aan zijn moeder.”
Lelijk eendje
Zijn moeder vond Rudie toen hij nog een baby’tje was. Al gauw bleek dat haar jongetje geen muis maar een rat was. „Je ziet er anders uit dan wij, omdat je uit een andere familie komt. Maar je hoort echt bij ons.” Het lelijke jonge eendje Rudie bleek een zwaan te zijn en als hij dat eenmaal weet, verandert Rudie rap in een grote sterke broer voor zijn zusjes. „Onze Rudie is rattig sterk”, roepen ze, en dat is te zien op kleurige en kustzinnige tekeningen waarvan je sommige in lijstjes aan de muur van kinderkamers zou willen hangen.
Marcus Pfister, al jaren bekwaam in het maken van prentenboeken, heeft een komisch stapelboek gemaakt, getiteld: ”Hallo vriend”. Je gluurt door raampjes in de bladzijden naar een volgende pagina. „Ik zou je vriendje wel willen zijn”, aarzelt de egel tegen de leeuw, „als je wat meer op de toekan leek.” Door het raam zie je alvast een leeuw met een toekansnavel. De toekan wil wel bevriend zijn met de egel als egels stekels net zo kleurig zijn als de kameleon.
Dat kan geregeld worden, vindt tekenaar Pfister. Zo zie je nog een olifant met een kangoeroebuidel en een ooievaar met leeuwenmanen. De kolder eindigt met een bijeenkomst van alle dieren. Ze hebben daar veel pret om elkaars wensen. Maar de moraal die je verwacht, dat dieren ten slotte tevreden zijn met hun eigen uiterlijk, ontbreekt en daarmee ook de bodem in het boek.
Handen wassen
Tony Ross is lekker op dreef met zijn verhalen over de eigenzinnige Kleine Prinses. In het zesde deel ”Ik wil lekker vies” banjert hare hoogheid lekker door de modder en wil ze geen handen wassen. Ook niet als de koningin, de kok, de koning of de keukenmeid het vragen. „Waarom moet dat zo vaak?” zeurt de Kleine Prinses. „Vanwege de bacteriën en de viezerdjes”, antwoordt de keukenmeid. „Wat zijn bacteriën en viezerdjes?” vraagt de Kleine Prinses.” „Die zijn gruwelijk”, zegt de keukenmeid rillend. „Ze leven in vuil… en op dieren….en in je snotjes…”
„Hoe zien bacteriën en viezerdjes eruit?” vraagt de prinses. „Erger dan krokodillen”, zegt de keukenmeid en Ross’ tekeningen voegen daar dramatische taferelen aan toe, zodat het weinig overredingskracht kost om de prinses aan het badderen te krijgen. En zij zelfs de rollen omdraait. „Heb jij je handen wel gewassen?” zegt ze streng tegen de keukenmeid als die haar een stuk taart komt brengen. Over de pedagogische kanten kan gediscussieerd worden, maar de kwaliteiten van Ross staan buiten kijf. „Ik wil lekker vies” is een staaltje van vakmanschap.
Gekke tekkel
De vormgeving en de tekeningen maken het boek ”Apollo rondom”, dat in eerste instantie niet veel meer laat zien dan een tekkel die van alle kanten wordt bekeken. Twee lange, liggende pagina’s zijn gebruikt om het buikje van Apollo te tonen. Ook ondersteboven, van voren, van achteren en dwars doormidden is de langwerpige hond getekend. Apart en tussen tientallen andere honden zie je nog eens de oerlelijke Apollo. Hij is de mooiste, de slimste, de braafste, zegt Grégoire. Het humoristisch getekende boek leert kotertjes begrippen als voor, achter, boven en onder te ontdekken.
Iets oudere kinderen zullen genieten van het verhaal over Smoezel. De titel ”Smoezel heeft een slechte bui” dekt in combinatie met een boos kijkende muis met een scheefgeknoopt vestje op de omslag, prima de lading van de inhoud. Alles zit Smoezel tegen. Het regent, het aankleden lukt niet en als das Dassel „Goeiemorgen” zegt, antwoordt ze nijdig: „Helemaal niet.”
Ze stampt de keuken uit en zegt dat ze nooit meer terugkomt. „Ze gaat naar de rivier. De regen druppelt in haar nek… ze voelt zich akelig.” Uit haar rugzakje piept een knuffelbeer.
Weggelopen
„Ik ben van huis weggelopen”, zegt ze somber tegen Gans. „Zullen we in de boomhut gaan spelen?” stel hij voor om Smoezel op te peppen. Smoezel vergeet haar boze bui. Ze speelt met Gans en later met Mol en met Haas. Maar als het donker wordt, durft ze niet terug naar Dassel. Ze moet in de boomhut slapen en daar had ze nou helemaal niet aan gedacht. Het is echt eng, er komt zelfs iemand naar boven. Smoezel doet angstig haar ogen open en ziet Dassel. „Iedereen heeft wel eens een slechte bui”, vindt hij. Dassel heeft eten meegenomen.
Dat is je ware vriendschap, vertaald in grappig getekende dieren met merkwaardig grote ogen.
Verdwalen
Na ”Raad eens hoeveel ik van je hou” hoeft de Engelse Anita Jeram, die vorig jaar ook het CPNB-boekje voor kleuters verzorgde met ”Muisje Andersom”, zich niet meer te bewijzen. Vernieuwend zijn tekst en tekeningen niet echt, maar ook ”Mijn lievelingsboek” is zonder meer af.
Een konijn gaat op bezoek in zijn eigen sprookjesboek, waar hij overheen kan springen of in kan verdwalen en dan spannende avonturen beleeft. In zijn lievelingsboek wonen vriendjes als vlinders en vogels. „Als er een reus voorbij komt stampen, verstop ik me vlug… als ik moe ben van het spelen zeg ik tegen mijn vrienden: „Dag! Tot de volgende keer.” Dan doe ik mijn boek weer dicht.” Het lichtvoetige genre van Jeram, haar vertederende en raak getekende aquarellen, daar moet je wel voor zwichten. En de kinderen ook, schat ik zo in.