„Leider al-Qaida Irak niet gewond”
BAGDAD (AP) - Het Amerikaanse leger heeft geen aanwijzingen dat de leider van al-Qaida in Irak, Abu Ayyub al-Masri, donderdag gewond is geraakt bij een confrontatie met Iraakse troepen. Dat heeft een legerwoordvoerder vrijdag gezegd.
Een medewerker van het Iraakse ministerie van Binnenlandse Zaken maakte donderdag bekend dat Al-Masri bij gevechten ten noorden van Bagdad gewond was geraakt en dat een van zijn naaste medewerkers om het leven was zijn gekomen. Onderminister van Binnenlandse Zaken Hussein Ali Kamal kon echter de berichten niet bevestigen. Ook de woordvoerder van het Amerikaanse leger zei dat het leger geen reden heeft om aan te nemen dat Al-Masri gewond is geraakt of gedood is.Op een radicaalislamitische website plaatste een aan al-Qaida gelieerde groepering, de Islamitische Staat Irak, een verklaring waarin eveneens werd ontkend dat Al-Masri gewond is geraakt. Volgens de groep verzint de Iraakse regering nieuws dat „zelfs is ontkend door hun meesters, de Amerikanen.” Al-Masri is ongedeerd en maakt het goed, aldus de verklaring.
Volgens het Iraakse leger vallen er als gevolg van een veiligheidsoperatie in Bagdad die dinsdag is begonnen minder doden in de Iraakse hoofdstad omdat het aantal aanslagen is afgenomen. Ook zouden er minder dode lichamen -slachtoffers van doodseskaders- worden aangetroffen. Een legerwoordvoerder zei dat er sinds het begin van het offensief slechts tien doden het mortuarium in de hoofdstad zijn binnengebracht. Eerder waren dat er gemiddeld veertig tot vijftig per dag.
De soennitische vicepresident Tariq al-Hashemi zei donderdag dat het soennitisch „verzet” betrokken moet worden bij het politieke proces, nu volgens hem de Amerikanen er niet in zijn geslaagd het land te besturen. Veel sjiitische politici, onder wie premier Nuri al-Maliki, schrikken terug voor de term verzet met betrekking tot de soennitische opstandelingen en spreken over „terroristen”, „saddamisten” of „takfiri” (religieuze extremisten die sjiieten als afvalligen beschouwen).