Tientallen doden bij hevige strijd in Noord-Uganda
KOTIDO - Volgens de laatste officiële cijfers zijn bij gevechten in het noordoosten van Uganda tachtig Karimojongstrijders en vier militairen gedood. De gevechten duren nog steeds voort.
Het is niet het eerste gevecht in Karamoja, de achtergebleven noordoostelijke provincie van het Afrikaanse land Uganda. De huidige strijd is de zoveelste eruptie van geweld tussen strijders van het herdersvolk de Karimojong en het moderne regeringsleger.Het leger probeert met een grootschalige campagne het herdersvolk te ontwapenen. De verschillende clans van de Karimojong bestrijden elkaar al sinds mensenheugenis door koeien te stelen. De strijd verliep altijd met speren en pijl en boog, maar sinds de jaren zeventig zijn de strijders gewapend met geweren en zijn de gevechten veel bloediger geworden. Ook omliggende volken worden door Karimojongstrijders aangevallen.
Het is dus logisch dat er iets moest gebeuren om de spiraal van geweld te doorbreken. Tientallen ontwapeningspogingen van de Ugandese regering hebben echter niets opgeleverd. Het lijkt eerder op dweilen met de kraan open, omdat Karamoja midden in een strook land ligt die van Somalië via het zuiden van Ethiopië, door Noord-Kenia en Zuid-Sudan loopt - een gebied dat rijkelijk voorzien is van wapens. Als het leger op een bepaalde plaats veel wapens in beslag neemt, zijn die binnen korte tijd van elders weer aangevuld. De wapens worden betaald met koeien.
De Ugandese regering probeert daarom de cultuur van de Karamoja te veranderen. De cultuur van de koe moet worden vervangen door een cultuur waarin goederen worden betaald met geld. Door het stimuleren van onderwijs moet de nieuwe generatie Karimojong leren dat er ook andere manieren van leven zijn dan alleen een bestaan dat is gericht op het krijgen van zo veel mogelijk koeien.
Daarnaast probeert de regering dorpelingen zover te krijgen dat zij geld gaan verdienen met het verbouwen van gewassen. Tot nog toe slaagt de regering er niet in om via deze zachte aanpak grote veranderingen teweeg te brengen in Karamoja. De verschillende clans blijven elkaar bestrijden.
Daarom pakt het Ugandese leger deze laatste ontwapeningsronde grootschaliger en harder aan dan voorgaande keren. Het gevolg is dat het soms tot ware veldslagen komt. Daarbij delven de met AK-47-geweren bewapende Karimojong steevast het onderspit tegen het leger, dat tanks en gevechtshelikopters tegen hen inzet.
Bij gevechten in oktober vorig jaar werd het stadje Kotido ook al getroffen door een uitbarsting van geweld. De trieste balans van twee dagen oorlog was toen de dood van 85 Karamojong, van wie bijna de helft vrouwen en kinderen, en 42 militairen, onder wie een bataljonscommandant. Karamojadorpen waren (gedeeltelijk) verbrand en huizen van ambtenaren op de rand van Kotido werden vernield en beroofd.
De directe aanleiding tot de huidige veldslag, die maandag begon, is een ontwapeningsactie 20 kilometer ten zuiden van Kotido. Daarbij nam het leger duizend koeien in beslag die gestolen zouden zijn. Daarop reageerden honderden Karimojongstrijders door hinderlagen te leggen, waarbij werd geschoten op leger- en burgervoertuigen.
Inmiddels heeft het leger de strijders uiteengejaagd in kleine groepen. Veel strijders zijn teruggekeerd naar hun dorpen. Het leger jaagt volgens woordvoerder Patrick Kankiriho nog op de strijders. „Zolang ze zich blijven verzetten, zullen wij hen blijven achtervolgen.”
De VN beschuldigen het regeringsleger ervan buitensporig geweld te gebruiken bij de ontwapening in Karamoja. Soldaten zouden vrouwen verkrachten en lukraak op burgers schieten. Volgens de VN zijn alleen al in oktober, november en december ten minste 150 mensen gedood.