Dat zei minister Kamp donderdag tijdens een debat over de verlenging van de kleinschalige missie. Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer kan zich vinden in dit besluit. De verlenging is telkens voor de periode van een halfjaar. De minister denkt overigens dat steeds minder Nederlandse mensen nodig zullen zijn voor deze speciale NAVO-taak, die in 2005 begon.SP en GroenLinks hadden bezwaren tegen de Nederlandse aanwezigheid in Irak, omdat die volgens hen niet los kan worden gezien van steun aan de Amerikaanse koers, waar ze tegen zijn. Minister Bot (Buitenlandse Zaken) stelde echter dat deze steun er juist toe leidt dat de Irakezen voor hun eigen veiligheid kunnen gaan zorgen. Dan kunnen de buitenlandse troepen eerder weg.

De veertien Nederlanders, die in de hoofdstad Bagdad zitten, maken deel uit van een groep van 220 NAVO-militairen. Die hebben volgens Kamp inmiddels zo’n 4000 militairen opgeleid in Irak. Buiten Irak gaat het nog eens om 900 mensen. Volgens hem doen deze mensen ertoe, omdat het vooral gaat om staf, commandanten en instructeurs die zelf ook weer veel Iraakse mensen opleiden.

De NAVO-trainingsmissie volgde op de stabilisatiemissie in al-Muthanna, waaraan tussen 2003 en 2005 in totaal 7500 Nederlandse militairen deelnamen.