OM eist vijf jaar cel tegen AIVD–tolk
DEN HAAG (ANP) – Het openbaar ministerie (OM) heeft donderdag bij het gerechtshof in Den Haag vijf jaar cel geëist tegen AIVD–medewerker Outman ben A., wegens het lekken van staatsgeheimen. De rechtbank in Rotterdam veroordeelde hem in december 2005 tot 4,5 jaar gevangenisstraf voor dezelfde delicten.
Ben A. zou in zijn hoedanigheid als bewerker van afgeluisterde gesprekken geheime informatie hebben verstrekt aan mogelijke leden van de Hofstadgroep die onderwerp van AIVD–onderzoek waren. Zelf heeft hij altijd elke betrokkenheid ontkend. De geëiste straf van de aanklager in hoger beroep, G. Knobbout, komt iets hoger uit dan die van de rechtbank, omdat hij vindt dat Ben A. schuldig is aan een feit meer dan waarvoor hij nu is veroordeeld.Overigens vroeg Knobbout vrijspraak voor de zware vorm van lekken, naar bijvoorbeeld buitenlandse mogendheden of personen. Ook in eerste aanleg is Ben A. daarvan vrijgesproken. Het OM stelt dat alleen de lichtere variant bewezen is. De man heeft de gegevens niet op grote schaal openbaar gemaakt.
De verdachte was in zijn werk voor de geheime dienst direct betrokken bij het onderzoek naar het terroristennetwerk de Hofstadgroep. Hij heeft daardoor onder meer een afgetapt telefoongesprek van 5 augustus 2004 aan verdachte A.H. kunnen geven, stelt justitie vast. Aan verdachte M.B. zou hij een verslag van de stand van zaken van het AIVD–onderzoek naar de Hofstadgroep hebben gezonden, meent het OM.
De bewerker heeft volgens justitie overigens nog meer informatie gelekt. Het gaat om nog een afgetapt gesprek en een verslag van de AIVD over de stand van zaken. Ook een observatieverslag van de inlichtingendienst kwam nog op straat te liggen.
Volgens de advocaten Britta Böhler en Michiel Pestman rammelt het opgevoerde bewijs tegen hun cliënt aan alle kanten. Zij wijzen er onder meer op dat de AIVD zelf het bewijs heeft vergaard, terwijl de dienst partij is. De raadslieden vinden dat onrechtmatig.
Verder stelt de verdediging dat Ben A. geen mogelijkheid heeft gehad zich adequaat te verdedigen tegen de beschuldigingen. Hij wilde wel een verklaring afleggen voor het gerechtshof, maar als hij dat zou doen, liep hij het risico vervolgd te worden wegens het schenden van zijn geheimhoudingsplicht. En hij wordt vervolgd voor het schenden van staatsgeheimen, maar de advocaten kunnen niet voldoende onderzoek doen, omdat ze dan gebruik zouden moeten maken van dergelijke geheime informatie, zeiden ze in hun pleidooi. De raadslieden vinden dat het OM niet–ontvankelijk is en dat hun cliënt geheel moet worden vrijgesproken.
Uitspraak 1 maart.