Nederlands kind minder gelukkig dan gedacht
Kinderen in Nederland zijn het gelukkigst, meldde het VN-kinderfonds Unicef woensdag. De initiatiefnemers van de website www.toekomstkind.nl zetten er hun vraagtekens bij.
Fantastisch nieuws. Volgens een VN rapport is de Nederlandse jeugd het gelukkigst. Zeker is dat Nederland goed scoort op een aantal meetbare punten.Maar het rapport moet ook gerelativeerd worden. Zo schrijven de onderzoekers zelf: „Het rapport is bedoeld als eerste stap naar een reguliere en begrijpelijke monitoring van het welzijn van kinderen. Het onderzoeksveld is afgebakend door de beschikbaarheid van vergelijkbare gegevens. Dat betekent dat de sleutelelementen zoals de mentale en emotionele gezondheid en kindermisbruik en -geweld zijn weggelaten. Maar Unicef hoopt dat het onderzoek de verzameling van gegevens stimuleert.”
Sleutelgebieden zijn weggelaten. Terwijl deze van grote invloed zijn op een goed pedagogisch klimaat en simpelweg een gezonde, leerzame en gelukkige jeugd. Weggelaten is data rond mentale en emotionele gezondheid, verwaarlozing en misbruik. De VN-onderzoekers realiseren zich de beperkingen. Ze hopen feitelijk dat het monitoren en verzamelen van data vanzelf gaat leiden tot een breed bewustzijn rond het belang van een goede en gelukkige jeugd.
Een van de tabellen uit het hoofdstuk Health & Safety (Gezondheid & Veiligheid) in het VN-rapport zegt iets over inenting, zuigelingensterfte en aantal kinderen dat omkomen door een ongeluk. Echter, over de gezondheid en het welzijn van kinderen in brede zin, gebaseerd op meer andere sleutelgebieden, zegt het weinig. Neem alcohol en drugs. We weten dat de Nederlandse jeugd Europees kampioen alcoholconsumptie is. Dat maakt ze misschien gelukkig, maar maakt het ze ook gezond?
Hetzelfde geldt voor het gebruik van softdrugs dat qua THC-gehalte nagenoeg harddrugs is. Omdat het nog steeds cultureel correct is pro-joint te zijn worden de rapporten van het Trimbos-instituut over de risico’s van joints (marihuana) nagenoeg genegeerd. Toch maken alcohol en roken, inclusief joints, kinderen fysiek en psychisch zwakker.
Nog geen drie jaar geleden stelde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO): „Ongeveer 20 procent van de Nederlandse kinderen bevindt zich in een zorgwekkende situatie en vertoont psychische en gedragsproblemen. Binnen deze groep zijn vmbo-kinderen oververtegenwoordigd en daarvan weer is het merendeel van allochtone afkomst.”
Ingrijpen
Prof. De Winter, verbonden aan de opleiding pedagogiek van de Universiteit Utrecht, stelde in 2005 in zijn essay voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid dat er een „democratisch-pedagogisch offensief nodig is.” Hij maakt duidelijk in de publicatie van de Inventgroep dat een goed pedagogisch klimaat ingrijpen vraagt van overheid.
Wie zich realiseert hoe armoedig het gesteld is met de jeugdzorg en met de wachtlijsten als mensen eenmaal door de jeugdzorg zijn doorverwezen, kan niet anders dan concluderen dat veel kinderen er niet gelukkig bij zitten. Onderwijs valt nagenoeg buiten dit VN-rapport.
Maar het is intussen bij veel ouders, werkgevers en nota bene studenten zelf -getuige de recente demonstratie- duidelijk dat het onderwijs verzwakt is. Kortom, het rapport laat zien dat Nederlandse jeugd er op veel gebieden inderdaad goed voorstaat. Maar wie verder kijkt en zich wat meer verdiept in de stand van zaken rond kinderen en jeugd realiseert zich dat er voor de nieuwe regering nog heel veel te doen valt.