Het is „te kort door de bocht” om te denken dat vakbonden door deze lastenverlichting de looneisen zullen matigen, aldus een woordvoerster van het CNV dinsdag. Een zegsman van Unie MHP stelde: „Wij hebben nog zo veel akkefietjes met dit kabinet. Neem het afschaffen van de spaarloonregeling. Dat kost werknemers meer koopkracht dan met deze lastenverlichting kan worden goedgemaakt.”

De vakbeweging pleit voor een pakket aan maatregelen om de slechtere economische omstandigheden het hoofd te bieden. „Loonmatiging en verlaging van de WW-premies zijn onvoldoende. Wij zijn zeker nog niet van plan ons op deze basis vast te laten leggen op loonmatiging”, verklaarde een woordvoerder van de FNV.

Ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland reageren positiever, maar wat hen betreft mag de lastenverlichting wel wat hoger uitvallen. De betrokken ministers pleiten voor ten minste 500 miljoen euro, dat vandaag nog in de ministerraad moest worden besproken.

De organisatie voor middelgrote en kleine ondernemingen MKB-Nederland: „Rekening houdend met een verdeling van dit bedrag over werkgevers en werknemers, is er nog weinig reden tot juichen.” Volgens MKB zou het kabinet ook de overschotten van 4,5 miljard euro in de sociale fondsen voor WW- en WAO-uitkeringen moeten aanwenden om de lasten te verlichten.

VNO-NCW noemt het gebaar van de lastenverlichting, ondanks de onzekerheid over de omvang ervan, op zich al hoopgevend. „Dit kabinet erkent tenminste het premiemiddel als inzet om de loonkosten te matigen. Bij het vorige kabinet stootten we telkens onze neus op dit punt.”

De FNV spreekt tevens van „een hoopvol geluid.” De vakcentrale concludeert dat het regeerakkoord niet zo dichtgetimmerd zit als eerder leek. „Deze lastenverlichting zien wij als een eerste gebaar, dat een mooie aanleiding kan zijn voor een goed gesprek.”

De drie vakcentrales noemen het van groot belang dat het kabinet over de brug komt met de herziening van de WAO. „Het WAO-akkoord dat we met de werkgevers in de Sociaal-Economische Raad hebben gesloten, moet eindelijk eens serieus worden genomen”, zei de CNV-woordvoerster.

De vakbeweging wil met de betrokken bewindslieden praten over een breed sociaal akkoord voor arbeidsmarktbeleid. Zo moet er volgens het CNV veel meer worden geïnvesteerd in onderwijs en bijscholing van werknemers. Unie MHP wijst erop dat er niet verder moet worden beknibbeld op de pensioenen.

De FNV hekelt vooral bezuinigingen op Melkertbanen en loonkostensubsidies, die werkgevers moeten stimuleren sneller mensen in dienst te nemen. Dit beleid is volgens de vakcentrale nauwelijks te verkopen in tijden van oplopende werkloosheid.

„Het is mooi dat de WW-lasten omlaaggaan, want werknemers en werkgevers hebben jarenlang te hoge premies betaald. Maar als je tegelijk kijkt naar de bezuinigingen van dit kabinet, krijg je het gevoel dat met de ene hand wordt gegeven en de andere hand genomen”, aldus de zegsman van de FNV.

De gemiddelde loonstijging ligt momenteel volgens de vakcentrale op 3,25 procent, terwijl de inflatie 3,5 procent bedraagt. „Wij hebben al duidelijk de remweg ingezet. Of moeten wij dan nog meer onder de inflatie gaan zitten, wat ten koste gaat van de koopkracht van mensen?” stelde de FNV-zegsman.