„Oostenrijkse wapens in handen rebellen”
LONDEN - Vuurwapens die een Oostenrijkse wapenfabrikant vorig jaar aan Iran leverde zijn in handen gekomen van Iraakse opstandelingen. Dat heeft de Britse krant The Daily Telegraph dinsdag gemeld.
Het Amerikaanse leger trof in Irak tot nu toe ruim honderd vuurwapens aan van het type Steyr .50 HS van wapenfabrikant Steyr Mannlicher. In 2006 leverde het bedrijf 800 van zulke wapens aan Iran. De Verenigde Staten tekenden destijds bezwaar aan tegen de zending uit vrees dat de wapens in handen van Iraakse opstandelingen terecht zouden komen. De Steyr .50 HS is een zeer geavanceerd, krachtig antitankwapen. Het is 120 centimeter lang en weegt meer dan 12 kilo.De Oostenrijkse regering ging akkoord met de verkoop, omdat de wapens gebruikt zouden worden in de strijd tegen drugssmokkelaars. De VS legden Steyr in december 2005 sancties op en verboden het bedrijf zaken te doen in Amerika. De Oostenrijkse regering keurde die maatregel af, omdat het volgens haar geen zin had Steyr sancties op te leggen nadat de verkoop al was gesloten.
Het Britse ministerie van Defensie liet weten kort na de verkoop de kwestie bij Oostenrijk te hebben aangekaart. „Het lijkt erop dat de mogelijkheid dat deze wapens in verkeerde handen zouden vallen nu is bewaarheid”, aldus een woordvoerder.
Franz Holzschuh, directeur van Steyr, liet weten dat het bedrijf niet officieel is benaderd om de serienummers op de wapens te verifiëren en dat de mogelijkheid bestaat dat het gaat om reproducties. Volgens hem kunnen er duizenden reproducties in omloop zijn. „Feit is dat we nooit aan Irak hebben geleverd”, aldus Holzschuh.
De Iraanse president Mahmud Ahmadinejad ontkende maandag nog dat Iran wapens aan Iraakse opstandelingen heeft geleverd.
Bij een zelfmoordaanslag met een vrachtauto vol explosieven in een sjiitische wijk in West-Bagdad zijn dinsdag zeker 15 doden en 27 gewonden gevallen, heeft de Iraakse politie bekendgemaakt. De dader van de aanslag ramde met zijn vrachtwagen auto’s die bij een privécollege voor economische studies en bij een kantoor van het handelsministerie geparkeerd stonden.