Die actie was opmerkelijk omdat de advocaat–generaal eerder had toegezegd dat hij niet tot vervolging over zou gaan als de medewerker van de inlichtingendienst over staatsgeheimen zou praten uit het oogpunt van zijn verdediging. Böhler dinsdag: „Nu kan onze cliënt zich dus niet goed verdedigen".De raadsvrouw wijst er op dat het verhoor van Ben A. achter gesloten deuren plaatsvond. Buitenstaanders konden dus niet luisteren naar de verklaringen van de audiobewerker. Er was wat haar betreft dan ook geen gevaar dat er geheime informatie tot de buitenwereld kon doordringen.

Zij wijst er verder op dat het van groot belang is dat haar cliënt de ruimte krijgt om zijn kant van het verhaal te doen. Ben A. ontkent namelijk dat hij verantwoordelijk is voor het lekken van onderzoeksinformatie van AIVD over terrorisme.

Hij wilde vertellen welke andere mogelijkheden er bij de inlichtingendienst waren waardoor de informatie ook buiten hem om in verkeerde handen zou kunnen zijn gekomen. Volgens Ben A. en zijn raadslieden is er maar zeer eenzijdig onderzoek gedaan naar de manier waarop de gevoelige informatie zelfs terecht kwam bij veroordeelde leden van het zogenoemde terrorismenetwerk, de Hofstadgroep.

Het Openbaar Ministerie (OM) wilde dinsdag niet op het incident reageren.

De rechtbank in Rotterdam veroordeelde Ben A. al in december 2005 tot 4,5 jaar cel voor het lekken van de staatsgeheimen. Hij was als bewerker van afgeluisterde gesprekken van de geheime dienst direct betrokken bij het AIVD–onderzoek naar de Hofstadgroep. Hij heeft daardoor onder meer een afgetapt telefoongesprek van 5 augustus 2004 aan het veroordeelde Hofstad–lid A.H. (Hamdi) kunnen geven. Aan een ander veroordeeld lid van de Hofstadgroep, M.B. (Boughaba), stuurde hij volgens het OM een verslag van de stand van zaken van het AIVD–onderzoek naar de Hofstadgroep.

Ben A. verzet zich nu bij het hof in Den Haag tegen zijn eerdere veroordeling. De zaak wordt donderdag voortgezet. Dan komt zijn geheimhoudingsplicht opnieuw aan bod.