Ouderorganisatie ruziet over geld
UTRECHT - De bijna failliete federatie van ouderverenigingen van mensen met een verstandelijke beperking FvO ruziet met de Stichting Belangenbehartiging Gehandicapten (SBG) over de ontstane geldproblemen.
Al in 2004 hielp de SBG de federatie vanwege financiële problemen met een bedrag van vier ton. De SBG treedt op als verhuurder van het Utrechtse pand waarin onder andere de FvO en vier van de vijf aangesloten verenigingen zijn gehuisvest. De stichting is opgericht vanuit de FvO en kreeg daarbij zo’n negen ton uitgeleend. De FvO ontving dit bedrag als subsidie van het ministerie van Volksgezondheid „ter vermindering van de huurkosten.”De ouderorganisaties Dit Koningskind en de VOGG, die lid zijn van de FvO, zijn beide met hun directeur en een bestuurslid in het SBG-bestuur vertegenwoordigd. Het vijfde bestuurslid is teamleider van de ouderorganisatie PhiladelphiaSupport.
De afgelopen twee maanden klopte de FvO opnieuw twee keer aan bij de stichting met acute geldproblemen. Na het eerste verzoek van de FvO om 170.000 euro maakte de SBG op 18 januari een termijnbedrag van 85.000 euro over. Het tweede verzoek om te mogen beschikken over de vijf ton die nog resteerden van de oorspronkelijke lening hield het SBG-bestuur in beraad.
Woordvoerder P. Faber van de ondernemingsraad van de FvO is daar verontwaardigd over. „Als het SBG-bestuur het bedrag had vrijgegeven, waren de liquiditeitsproblemen van de FvO een stuk kleiner geweest.” Ook FvO-voorzitter R. Mulock Houwer bevestigt dat de faillissementsaanvraag in dat geval nog niet nodig geweest was. „Het is achteraf kaarten, maar dit was de enige serieuze vordering die de FvO, zeker voor de korte termijn, uit de problemen had kunnen helpen. Ondanks juridische stappen die de FvO-directeur en ik hebben genomen, is men niet overstag gegaan.”
De samenstelling van het SBG-bestuur noemt Mulock Houwer „opvallend en merkwaardig.” Wel denkt hij dat de weigering van de bestuurders de FvO te steunen, plaatsvond „met pijn in het hart” en vanuit de gedachte „dat ze ook verantwoordelijkheid droegen richting de overige huurders van het pand.”
SBG-bestuurder J. van Veelen, tevens directeur van Dit Koningskind, zegt dat de slechte financiële staat van de FvO geen voorwaarde was waaronder de stichting de lening mocht terugstorten. „Daarmee zouden we de huurvoorwaarden richting de overige huurders doorbreken, met als risico dat de SBG failliet zou gaan en wij als bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zouden worden gesteld.” Volgens Van Veelen droeg het werk van de stichting het karakter van vrijwilligerswerk. „Het had geen zin dat over te dragen aan een extern bestuur.”
Zowel Mulock Houwer als Van Veelen benadrukt overigens dat geruzie over de oude lening niet de oorzaak is van het faillissement. Mulock Houwer: „Er is jarenlang te veel geld uitgegeven. Het bestuur heeft te lang vertrouwd op de juistheid van de financiële gegevens die het vanuit de FvO kreeg aangereikt.”