Stel besluit over status Kosovo uit
De voor deze week geplande besprekingen over het Kosovovoorstel van VN-gezant Martti Ahtisaari -maak van de Servische provincie een staat die onder internationaal toezicht staat- zijn uitgesteld tot 21 februari. Volgens Pavel Kandel is het het beste een overgangsbeslissing te nemen en de uiteindelijke vaststelling van de status van de provincie uit te stellen totdat Servië en Kosovo toetreden tot de Europese Unie.
Er zijn geen gronden voor Kosovo’s onafhankelijkheid, nu niet, noch op middellange termijn. De weinige terreinen die door de VN onder lokaal beheer zijn geplaatst, zoals onderwijs en gezondheidszorg, worden zeer slecht beheerd. De meer dan 2,5 miljard dollar die sinds 1999 naar de provincie is overgemaakt, heeft weinig effect gehad op de zwakke en uiterst corrupte economie.Het scheppen van een veilige omgeving voor de Servische minderheid en de bescherming van de middeleeuwse kerken en kloosters die door Unesco tot cultureel werelderfgoed zijn uitgeroepen, blijven een probleem dat noch de Kosovaarse autoriteiten noch de NAVO hebben opgelost. Georganiseerde misdaad is een dominant kenmerk van het leven in de provincie. De drugsmaffia en zwarthandelaren spelen er een belangrijke rol. Ze hebben een aanzienlijk deel van de Europese zwarte markt veroverd. Massale werkeloosheid en de patriarchale organisatie van Kosovo-Albanezen (gebaseerd op clans) vormen een vruchtbare bodem voor misdaad.
Geclassificeerde documenten van de Duitse inlichtingendienst die naar de pers gelekt zijn, maken duidelijk dat de maffia zich verbonden heeft met de voormalige strijders van het Kosovo Bevrijdingsleger. Deze maffia heeft bijzonder veel invloed in de onlangs gevormde staatsinstellingen, met steun van vooraanstaande politici. NAVO-functionarissen die in Kosovo hebben gediend, schetsen de provincie als een ”mes op de keel”-maatschappij.
De leiders van de Kosovo-Albanezen chanteren hun westerse bazen voortdurend met anti-Servische pogroms (zoals in 2004) als de gewenste onafhankelijkheid niet onmiddellijk wordt gegeven. Het zou contraproductief zijn om ze -nog afgezien van de ethische kant- te belonen voor het feit dat ze hun toevlucht nemen tot geweld. In dat geval zou een onafhankelijk Kosovo iets worden dat ligt tussen een piratenrepubliek en een ’mislukte staat’.
Slechte timing
De timing van de oplossing van het Kosovoprobleem is ook zeer slecht voor de Servische kant. Het zal de poging om tot de vestiging van een pro-Europese regering in Belgrado te komen, compliceren. Echter, zelfs het huidige kabinet zal de opgelegde onafhankelijkheid van Kosovo niet accepteren. Er bestaat een ”no go” voor zowel de Servische premier Kostunica als zijn Democratische Partij, die een combinatie van patriottisme en democratie tracht te belichamen.
Andere democratische partijen zouden er geen bezwaar tegen hebben om de papieren soevereiniteit van Kosovo in te ruilen voor aansluiting bij de EU. De nieuwe constitutie, aangenomen door een recent referendum, is een ander obstakel - die definieert Kosovo als deel van Servië. Afzien van deze definitie vereist een herziening van een fundamentele wet een nieuw referendum. Als de democraten geen politieke zelfmoord willen begaan, zullen zij niet zo’n wanhopige stap ondernemen. Zij kunnen dat slechts doen als zij de verantwoordelijkheid delen met andere krachten en de natie enkele onbetwistbare voordelen bieden.
Wegens een Russisch veto in de VN-Veiligheidsraad is het woord onafhankelijkheid verdwenen uit het plan voor de oplossing van het Kosovoprobleem dat ontwikkeld is door de speciale gezant van de secretaris-generaal van de VN, Martti Ahtisaari. Maar dit verandert de kern van de zaak niet, omdat het plan inhoudt dat Servië wordt beroofd van zijn rechten op Kosovo.
Op lange termijn doet het bewaren van de ’papieren’ soevereiniteit over Kosovo afbreuk aan Servië, om demografische, economische en politieke redenen. Het ’Afrikaanse’ geboortecijfer van de Kosovo-Albanezen dreigt het Servisch-etnische patroon te veranderen. Als meest achtergebleven deel van het socialistische Joegoslavië genoot Kosovo aanzienlijke federale subsidies. Dat zou een enorme last voor de Servische economie zijn.
Bakermat
De provincie is altijd een bron geweest van onoplosbare etnische en politieke conflicten. Dat was het geval in het Joegoslavië onder Tito, en ook toen het een koninkrijk was. Maar dit land is de bakermat van de Servische staat en een heiligdom van de nationale geschiedenis, religie en cultuur; een deel van hun nationale heldendichten. Serviërs beschouwen afzien van Kosovo als een inbreuk op hun nationale entiteit. Hen dwingen dit te accepteren is niet gemakkelijker dan de Joden of Palestijnen te overreden Jeruzalem te vergeten.
Indien Servië zijn heiligdommen, zelfs als kleine enclaves, kan behouden en Servische vluchtelingen goed gecompenseerd zouden worden, zou het voor Belgrado gemakkelijker zijn Kosovo’s onafhankelijkheid te erkennen.
Het beste in deze moeilijke situatie zou zijn een overgangsbeslissing te nemen en de uiteindelijke vaststelling van de status van de provincie uit te stellen totdat Servië en Kosovo toetreden tot de Europese Unie, iets waarnaar beide streven. In dat geval zullen beide zijden rijper zijn en meer mogelijkheden hebben om tot een overeenkomst te komen.
voetnoot (u17(De auteur is een Russische Balkanexpert, verbonden aan het Instituut voor Slavische Studies in Moskou.