Tegelijkertijd constateert de vereniging een toenemende ontheiliging van de dag des Heeren in het geseculariseerde Nederland. Op de jaarvergadering waren tachtig mannen en een zestal vrouwen aanwezig. Tijdens de bestuursverkiezing werden de zittende kandidaten, A. J. Doorn en P. Hartog herkozen.Voorzitter D. van der Sluis, boekhouder te Genemuiden, memoreerde in zijn toespraak de zorgelijke ontwikkeling op het punt van de ontwijding van de dag des Heeren. Ook in het afgelopen jaar heeft de vereniging verschillende bedrijven, instanties en gemeenten aangeschreven vanwege het niet in acht nemen van de zondag als rustdag.

Met vreugde vermeldde hij de positieve ontvangst van het vorig jaar uitgegeven boek ”Een lied op de Sabbatdag”. Zelfs premier Balkenende en koningin Beatrix, aan wie een exemplaar was opgestuurd, reageerden positief en wensten de vereniging al het goede. „Deze positieve reactie deed ons besluiten een extra brief aan de minister-president te schrijven”, zo vertelde Van der Sluis.

De vereniging, die een fulltime medewerker in dienst heeft, heeft het afgelopen jaar een lesbrief ontwikkeld die naar alle reformatorische scholen werd gestuurd.

Omdat het vermogen fors gegroeid is, gaat het bestuur nadenken over de geldbesteding. Er komt een plan van aanpak met voorstellen voor activiteiten in de lijn van de doelstelling. Ook wordt gedacht aan het uitgeven van een tweede boek.

Ds. A. van Voorden, predikant van de gereformeerde gemeente in Nederland te De Beek-Uddel, sprak in zijn slotwoord over Lukas 23, waar vermeld wordt dat de vrouwen vlak na de kruisiging van Christus „op de sabbat rustten naar het gebod.”

De sabbat lag bij hen heel teer, zo stelde de predikant. „Ook uit levensverhalen van Gods kinderen weten wij hoezeer zij bedroefd waren over hun eerdere veronachtzamen van de zondag. Uit mijn eigen jeugd weet ik dat de vromen al zaterdagavond bijeenkwamen in gezelschappen om zich voor te bereiden op de dag des Heeren. Hoe ver zijn wij daar heden van verwijderd?”